Von der Leyen: Richtlijn voor het minimumloon wordt uitgevoerd met respect voor EU-landen

Alle werknemers in Europa zouden in hun levensonderhoud moeten kunnen voorzien. En dat wordt verzekerd met de uitspraak van dinsdag van het EU-Hof over de richtlijn voor het minimumloon.

Dat zegt de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, in een persbericht:

“De uitspraak van vandaag is een mijlpaal voor de Europeanen. Het gaat om waardigheid, rechtvaardigheid en economische zekerheid”, zegt von der Leyen.

Zowel de Deense regering als de Europese Commissie zijn van mening dat ze een overwinning hebben behaald met de uitspraak van dinsdag.

Denemarken had geëist dat de richtlijn in zijn geheel werd vernietigd. Dat is niet gebeurd, maar het EU-Hof stelt vast dat de gebieden die zich “direct” bemoeien met de loonvorming, moeten worden vernietigd.

Op basis daarvan is de Deense minister van Werkgelegenheid Kaare Dybvad Bek (S) van mening dat het Deense model is gewaarborgd. Hier is het aan de sociale partners om het loon in Denemarken vast te stellen.

“Ik denk dat het belangrijk is om te zeggen dat dit betekent dat we geen wettelijk minimumloon in Denemarken zullen invoeren.

En dat de EU zich niet zal bemoeien met Deense cao’s. Dus dat is over het geheel genomen enorm positief voor het Deense arbeidsmarkmodel”, zegt Kaare Dybvad Bek.

Omgekeerd is von der Leyen blij dat het merendeel van de richtlijn wordt gehandhaafd en dus moet worden uitgevoerd – ook door Denemarken.

“De richtlijn zal worden uitgevoerd met volledige respect voor nationale tradities, de autonomie van de sociale partners en het belang van collectieve onderhandelingen. Onze verplichting is dat werk echt moet lonen”, zegt von der Leyen.

In de uitleg van de Europese Commissie “wijst het EU-Hof de Deense aanvraag om de richtlijn in zijn geheel te annuleren af”.

De Commissie benadrukt dat de rechtbank “bovendien bevestigt dat de richtlijn is aangenomen op een correcte rechtsgrondslag”.

Daarentegen neemt de Commissie “kennis” van het feit dat de rechtbank eist dat de bepalingen die “direct” ingrijpen in de loonvorming, worden vernietigd.