Micropellets of hele kleine plastic korrels vormen de grondstof voor de productie van zowat alle plastic producten. Zowel bij de productie als het transport wordt er echter vaak gemorst met die korreltjes. Zo belanden de pellets, die niet afbreekbaar zijn, onbedoeld in het milieu en vervuilen ze zeeën en oceanen. Geschat wordt dat er in de EU jaarlijks tot 184.000 ton pellets verloren raken.
Onderhandelaars van het Europees Parlement en de lidstaten zijn het in de nacht van dinsdag op woensdag eens geraakt over een verordening die deze bron van plasticvervuiling moet aanpakken. Ondernemingen moeten een risicoanalyse maken, met procedures om onbedoelde verliezen te vermijden, te beperken en op te kuisen. Dat wordt van toepassing doorheen de hele waardeketen, van de productie tot het verpakken en laden en lossen, zowel op land als op zee.
Bedrijven die meer dan 1.500 ton per jaar verwerken moeten regelmatig bewijzen dat ze aan de plichten voldoen middels een certificaat dat wordt afgeleverd door een onafhankelijke instantie. Kleinere bedrijven krijgen meer respijt, en hebben tot 5 jaar na de inwerkingtreding van de regels de tijd om een eenmalig certificaat te bekomen. Voor bedrijven die minder dan 1.500 ton verwerken, volstaat een eigen verklaring.
Het compromis moet de milieudoelstellingen van het oorspronkelijke voorstel uit 2023 verzoenen met de nieuwe Europese beleidsprioriteit om de administratieve druk op bedrijven te verlichten. “Het moeilijkste aan politiek is om het nagenoeg onverzoenbare toch te doen werken. Dat hebben we vandaag gedaan. We beschermen de natuur zonder dat we de industrie daarvoor onnodig moeten gaan belasten”, meent het Belgische Europarlementslid Liesbet Sommen (CD&V/EVP), die mee over het akkoord onderhandelde.
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.
