Stockholm – Lagere quota voor zalm en sprot maar hogere quota voor meerdere haringen. Er zijn zowel plussen als minnen in het voorstel van de Europese Commissie over hoeveel vis er volgend jaar in de Oostzee gevangen mag worden.
De voorstellen zijn volgens de Commissie gebaseerd op wetenschap die wijst op een zorgwekkende situatie voor veel visbestanden.
De visquota voor zalm en sprot nemen af. Daarentegen wordt voorgesteld de quota voor haring in de centrale Oostzee met 108 procent te verhogen en voor haring in de Golf van Riga met 10 procent tot respectievelijk 83.881 en 41.635 ton, aangezien deze behoren tot de bestanden die volgens de Europese Commissie zijn gegroeid.
Het vangstquotum voor haring in de westelijke Oostzee – alleen bijvangst is toegestaan – wordt daarentegen voorgesteld gehalveerd te worden, tot 394 ton.
De kwestie van haring in de Botnische Zee was een van de grote discussieonderwerpen voor 2024 en hier heeft de Commissie nog geen besluit genomen, maar zij laat weten met een cijfer terug te komen.
Het voorstel over de quota is gebaseerd op het advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES). Besluiten over visquota worden genomen op de ministerraad van 21–22 oktober.
(26 augustus)