sk flag go to the original language article
This article has been translated by Artificial Intelligence (AI). The news agency is not responsible for the content of the translated article. The original was published by TASR.

Brusel – De concurrentiekracht van de Europese economie staat opnieuw in de schijnwerpers van de Europese instellingen. Dat zei staatssecretaris van Economische Zaken van de Slowaakse Republiek Vladimír Šimoňák tegen TASR-verslaggever na de vergadering van de EU-Raad voor Concurrentievermogen in Brussel op donderdag.

Šimoňák herinnerde eraan dat de recente publicatie van het rapport van Mario Draghi over de toekomst van de EU-concurrentiekracht heeft bijgedragen aan de hernieuwde belangstelling voor dit gebied. Hij sprak ook namens de Slowaakse regering zijn tevredenheid uit over het feit dat de Slowaakse eurocommissaris Maroš Šefčovič in de nieuwe EU-executieve onder meer verantwoordelijk zal zijn voor handelsbeleid en economische veiligheid, wat rechtstreeks verband houdt met concurrentiekrachtkwesties.

“We zijn blij dat de Europese Commissie dit onderwerp zo benadert. Slowakije als industrieland heeft er een groot belang bij dat de EU weer een aantrekkelijke plek wordt om zaken te doen, vooral voor exportgerichte sectoren. Daarom zijn we blij dat er vandaag grote overeenstemming was tussen de lidstaten dat we dringend iets moeten doen om de Unie weer op mondiaal niveau concurrerend te maken,” legde de staatssecretaris uit.

De Raad van Ministers heeft definitief de wet inzake noodsituaties en crisisbestendigheid van de interne markt (IMERA) aangenomen, wat volgens Šimoňák de afronding is van een wetgevingsproces dat nog tijdens de pandemie van het nieuwe coronavirus is begonnen en een reactie is op de gebeurtenissen tijdens deze periode. “We zijn blij dat dit is afgerond, maar dit is niet wat ons in de toekomst zal helpen overleven. Het zal ons helpen de energiekosten en enkele oneerlijke praktijken waarmee grote wereldspelers de EU beconcurreren onder controle te krijgen, en ook de regeldruk voor ondernemers, zowel grote als kleine en middelgrote ondernemers, te verminderen,” beschreef Šimoňák de situatie.

Volgens hem zijn de grootste uitdagingen waarmee de EU zo snel mogelijk moet omgaan, gerelateerd aan de auto-industrie. “Daar zien we de laatste tijd acute crisissituaties ontstaan en we moeten er iets aan doen als we willen dat de Europese auto-industrie over een paar jaar nog steeds Europees is,” waarschuwde hij, eraan toevoegend dat dit onderwerp op de agenda is gezet door het huidige Hongaarse voorzitterschap van de EU-Raad. (26 september)