STRAATSBURG (ANP) – Het nieuwe Europese Parlement gaat door met een harde aanpak van Hongarije, heeft de Nederlandse Europarlementariër Tineke Strik aangekondigd in een persconferentie in het Europees Parlement. Ze sprak vlak voordat in hetzelfde gebouw ook de Hongaarse premier Viktor Orbán de pers zou toespreken.
Tijdens de periode van het vorige Europese Parlement behoorde Strik van GroenLinks als Europarlementariër tot de voortrekkers om Hongarije hard aan te pakken. Met het nieuwe Europarlement verandert er niets, aldus Strik. Met een team Europarlementariërs uit diverse politieke partijen wil ze haar taak voortzetten om Hongarije tot de orde te roepen. Wat haar betreft gaat de zogenoemde Artikel-7 procedure die Hongarije straffen oplegt zoals het bevriezen van tegoeden, naar de volgende fase. Die houdt in dat het land ook Europees stemrecht wordt afgenomen.
Strik is de speciale rapporteur van het Europarlement voor de situatie in Hongarije. In die functie heeft ze afgelopen week een bezoek gebracht aan het land. Ze is geschrokken van wat ze daar aantrof, zei ze. “Regels worden er van de ene op de andere dag veranderd”. De rechtsonzekerheid voor belangengroepen en oppositiepartijen is daardoor nog groter geworden, aldus Strik.
Daarom moet wat haar betreft het Europarlement doorgaan met druk uitoefenen op de EU-landen en de nieuwe Europese Commissie “om met een veel sterker gevoel van urgentie te reageren”. Want iedereen kan zien “waar de straffeloosheid toe leidt”, namelijk niet alleen tot meer onterechte veroordelingen in Hongarije, maar ook tot verspreiding van de straffeloosheid naar andere lidstaten”.
De EU-landen zijn de zogenoemde Artikel-7 procedure tegen Hongarije in 2018 begonnen, acht jaar nadat Orbán premier werd. “Nu zijn we zes jaar later en de situatie is alleen maar verslechterd. Vonnissen van de Europese rechtbank worden niet gerespecteerd en de onafhankelijkheid van de rechtspraak wordt door zowel rechters als aanklagers ondermijnd.”
(8 oktober 2024)
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij ANP.