Afgewezen asielzoekers moeten naar huis terugkeren. Hetzelfde geldt voor veroordeelde criminelen die in hun thuisland niet in gevaar zijn.
Dat is de boodschap van een aantal EU-landen die een veel krachtigere terugkeerpolitiek in de EU eisen.
Onderweg naar een ministervergadering in Luxemburg op donderdag zei de nieuwe Zweedse minister van Migratie, Johan Forssell:
“Dit is een belangrijk onderwerp voor Zweden. Niet alleen omdat we zoveel asielzoekers hebben ontvangen, maar ook omdat we zoveel hebben geïnvesteerd in het nieuwe migratiepact. Daarom is het cruciaal voor Zweden dat we een robuust terugkeersysteem krijgen. De terugzendingen moeten werken. Dat doen ze nu niet”, zegt Johan Forssell, die op donderdag deelnam aan zijn eerste EU-ministervergadering als minister voor Migratie.
Hij wijst erop dat drie vierde van de personen die asiel in Zweden aanvragen, niet in aanmerking komen voor hulp.
“Zij zullen geen asiel krijgen, maar velen van hen zullen Zweden niet verlaten. We zien dezelfde situatie ook in veel andere EU-landen.
We moeten hier innovatief naar kijken en alle beschikbare hulpmiddelen gebruiken die in de gereedschapskist zitten”, zegt Johan Forssell.
Denemarken pleit al lange tijd ervoor dat er precies “innovatieve” oplossingen nodig zijn om de terugkeer veilig te stellen, waaronder de mogelijkheid om afgewezen personen naar derde landen zoals Rwanda te sturen.
Het idee kreeg eerder kritiek van de Europese Commissie en verschillende EU-landen, maar de toon in de EU is echt aan het veranderen.
Dit vindt plaats nadat rechts in een aantal EU-landen van Frankrijk en Duitsland tot Nederland en Oostenrijk succesvol is geweest bij verkiezingen.