Stockholm – Voor de zomer trad de EU-verordening voor kritische metalen en mineralen, de Critical Raw Materials Act (CRMA), in werking als wet in Zweden. Het doel is om de afhankelijkheid van de EU van kritische grondstoffen – zoals lithium en kobalt – uit andere delen van de wereld te verminderen.
Vanuit de industrie is men echter sceptisch over de haalbaarheid van de ambitie om de ontginning te vergroten. De nieuwe verordening strookt namelijk niet met de EU-kaderrichtlijn Water, waarvan men vindt dat Zweden de regels veel te strikt heeft geïnterpreteerd.
Het dilemma voor de sector betreft de grenswaarde voor uranium. Uranium komt van nature voor in de ondergrond in Zweden en kan meekomen tijdens het winnen van mineralen of bij het oppompen van water in verband met mijnbouw.
Elk EU-lidstaat mag zelf een grenswaarde voor uranium vaststellen, een zogenaamde doelconcentratie voor uranium in oppervlaktewater, en volgens de sector is deze in Zweden veel te laag vastgesteld.
De bezorgdheid heeft nu geleid tot een brief van de Zweedse Geologische Dienst aan de regering. Volgens de autoriteit is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de ingestelde waarden goed gemotiveerd zijn – en haalbaar. Zij wil wijzen op het conflictsituatie die ontstaat.
SGU is de Zweedse autoriteit die de taak heeft om geologische informatie te verstrekken voor de behoeften van de samenleving op korte en lange termijn.
(28 oktober)