De leiders van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk, en de secretaris-generaal van de NAVO zullen op 3 februari bijeenkomen in België voor een buitengewone top over de Europese defensie, kondigde de voorzitter van de Europese Raad Antonio Costa aan.
«Ik geloof dat we dezelfde bezorgdheden delen over de bedreigingen waarmee Europa wordt geconfronteerd», verklaart Costa in de uitnodigingsbrief aan de Europese leiders voor de informele bijeenkomst over defensie, die zal plaatsvinden in het «Château de Limont», nabij Brussel.
«De agressie van Rusland tegen Oekraïne heeft de oorlog van hoge intensiteit op ons continent weer doet oplaaien – in strijd met de fundamentele beginselen van het internationaal recht en bedreigend voor de Europese veiligheid – in combinatie met de toenemende hybride dreigingen en cyberaanvallen op de lidstaten, hun economieën en samenlevingen. De vrede in Europa hangt af van het verzekeren van een alomvattende, eerlijke en duurzame vrede voor Oekraïne. Dit geopolitieke kader, dat ook wordt gekenmerkt door de situatie in het Midden-Oosten, zal op korte termijn vol uitdagingen zijn», benadrukt A. Costa in zijn brief.
Zoals hij aangeeft, is het doel van deze bijeenkomst om de weg te bereiden voor de beslissingen die moeten worden genomen met het oog op het «Witboek» over de toekomst van de Europese defensie, dat door de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger zal worden voorbereid. Het onderwerp defensie zal in juni terugkomen bij de Europese Raad.
Antonio Costa stelt voor dat de discussie van de informele Raad zich op twee basisprincipes richt: Ten eerste moet Europa meer verantwoordelijkheid nemen voor haar eigen defensie en ten tweede, de lidstaten zullen altijd verantwoordelijk zijn voor hun strijdkrachten.
A. Costa benadrukt dat de Europese defensie en veiligheid veerkrachtiger, effectiever, autonomer en betrouwbaarder moeten worden. Op deze manier zal Europa «ook een sterkere trans-Atlantische partner worden, onder andere binnen de NAVO, met volledig respect voor het veiligheids- en defensiebeleid van enkele lidstaten en rekening houdend met de veiligheid en defensiebelangen van alle lidstaten».
Hij merkt ook op dat de afgelopen jaren de lidstaten hun nationale defensie-uitgaven al hebben verhoogd, maar er zijn «aanzienlijke extra defensie-investeringen nodig om de voorraden aan te vullen, onze defensiegereedheid op te waarderen tegen een breed scala aan bedreigingen – met de nadruk op strategische prioriteiten en kritieke capaciteitstekorten – en de Europese Defensietechnologische en Industriële Basis dienovereenkomstig te versterken».
De voorzitter van de Europese Raad stelt voor dat de discussie zich richt op essentiële vragen, zoals: Wat zouden de verdedigingscapaciteiten moeten zijn – en hoe definiëren we deze – die we met voorrang op een samenwerkingswijze moeten ontwikkelen? Zijn we het ermee eens om meer en beter samen te investeren? Hoe kunnen we de mobilisatie van particuliere financiering versnellen en via welke EU-instrumenten? Hoe kunnen we de EU-begroting beter gebruiken, op korte, middellange en lange termijn?
De bijeenkomst van de leiders zal laat in de ochtend beginnen, gevolgd door een lunch van de «27» met de secretaris-generaal van de NAVO en een tweede ontmoeting tijdens het diner met de Britse premier, Keir Starmer. «Het zal de eerste keer zijn dat de Britse premier de 27 leiders van de EU ontmoet. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke partner van de EU, vooral op het gebied van defensie», merkt Antonio Costa op.
(13/01/2025)