Brussel – Spanje, Frankrijk en Italië zullen maandag in Brussel vragen om een limiet van 20% op de vermindering van de visdagen in de Middellandse Zee om nieuwe bezuinigingen op de activiteit te voorkomen, zoals in december vorig jaar, toen het een vermindering van 79% van de werkdagen tot een gemiddelde van 27 per jaar betekende, hoewel uiteindelijk maatregelen werden opgenomen om de impact ervan te dempen en de activiteit van de sleepsector te behouden.
De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van de Spaanse regering, Luis Planas, zal deze aanvraag verdedigen, samen met zijn Franse en Italiaanse collega’s, tijdens de bijeenkomst van Europese ministers van dit vakgebied die maandag in de Belgische hoofdstad plaatsvindt.
De drie delegaties zullen een voorstel voor hervorming van de verordening van het Meerjarenplan voor beheer van de westelijke Middellandse Zee presenteren met als doel meer economische voorspelbaarheid voor de sector te garanderen en zijn bescherming en levensvatbaarheid te waarborgen.
Nu vijf jaar zijn verstreken sinds de toepassing van het beheersplan, verzekeren diplomatieke bronnen dat de sector een “enorme inspanning” heeft geleverd om zich aan te passen en dat er elementen zijn die “noodzakelijk en dringend gecorrigeerd” moeten worden.
Met dit doel omvat het voorstel concrete maatregelen, zoals het beperken van de verminderingen en verhogingen van de visdagen zodat deze de drempel van 20% niet overschrijden en geen al te grote impact hebben op de sleepvloot die in de westelijke Middellandse Zee vist.
Spanje wil ook dat de maatregelen over Toelaatbare Totale Vangsten (TAC) en quota’s van jaarlijks naar meerjarig worden overgegaan en dat het mogelijk wordt om 10% van de vangstmogelijkheden tussen twee opeenvolgende jaren over te hevelen om de planning van de activiteit te vergemakkelijken.
Daarnaast willen ze de quota’s die voor alle soorten worden vastgesteld loskoppelen van de situatie van de meest kwetsbare populatie en rekening houden met de gemengde aard van de Middellandse Zeevisserij.
Met dit verzoek wil Spanje voorkomen dat de meest kwetsbare soorten de visserij op de totale populaties in een bepaalde zone bepalen, zoals gebeurde in het visserijakkoord van december, toen de demersale soorten, waarvan het herstel de Europese Commissie zorgen baarde — de jonge heek en de rode garnaal —, de hele vloot tot beperking van de activiteit dwongen.
Hoewel het voorstel nog niet in stemming zal worden gebracht, nodigen Spanje, Frankrijk en Italië de overige lidstaten uit zich aan te sluiten bij dit verzoek aan de Commissie om “zo snel mogelijk” een wijzigingsvoorstel voor het meerjarenplan van de westelijke Middellandse Zee in te dienen om de visserijactiviteit te behouden en tegelijkertijd de bescherming van de soorten te waarborgen.
De ministers van Landbouw en Visserij van de EU zullen maandag ook voor het eerst de voorstellen van de Commissie op landbouwgebied bespreken over een verordening met betrekking tot grensoverschrijdende handhaving tegen oneerlijke handelspraktijken en de specifieke wijzigingen van het huidige juridische kader waarmee de gemeenschappelijke marktordening van landbouwproducten (CMO) wordt gecreëerd.
Deze twee voorstellen zijn bedoeld om de positie van boeren in de agrovoedselvoorzieningsketen te versterken en weerspiegelen enkele van de aanbevelingen voortkomend uit de strategische dialoog over de toekomst van de landbouw in de EU.
Met name het voorstel over de grensoverschrijdende handhaving van regels tegen oneerlijke handelspraktijken is erop gericht de relaties tussen bedrijven in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen te versterken en omvat nieuwe maatregelen om de samenwerking tussen lidstaten te verbeteren.
Aan de andere kant versterkt de verordening van de CMO de rol van producentenorganisaties, stelt het regels vast over interventieregimes en marktsteun en nieuwe regels voor marketing en contractuele relaties tussen boeren en kopers. (27 januari)