go to the original language article
Sarajevo, (Fena) – De Duitse ambassadeur in Bosnië en Herzegovina (BiH), Thomas Fitschen, riep de autoriteiten van de entiteit Republika Srpska in Bosnië en Herzegovina op om af te zien van de aangekondigde goedkeuring van de zogenaamde wet op buitenlandse agenten.
De Duitse ambassadeur Thomas Fitschen verklaarde dat de voorgestelde wet op de registratie van niet-gouvernementele organisaties, die opnieuw door de Regering van de entiteit Republika Srpska is voorbereid, zoals de Delegatie van de Europese Unie eerder al heeft geconcludeerd, een ernstige klap zou vormen op weg naar de toetreding van Bosnië en Herzegovina tot de Europese Unie.
Hij verklaarde dat de restricties die gepland zijn om in te voeren voor het maatschappelijk middenveld in Republika Srpska in strijd zijn met de fundamentele rechten en democratische waarden zoals die gegarandeerd zijn in de Europese Unie.
– Een open en vrije ruimte voor het maatschappelijk middenveld is van essentieel belang voor de democratische vooruitgang en het EU-perspectief van dit land. Daarom roep ik de regering van Republika Srpska en de Nationale Assemblee van Republika Srpska op om te stoppen met het volgen van dit plan – aldus Fitschen, zo meldt de Duitse ambassade in BiH.
De wet is afgelopen mei uit de parlementaire procedure teruggetrokken, na grote druk van het binnenlandse publiek, maar ook uit het buitenland. Echter, er is aangekondigd dat de wet volgende week opnieuw aan de afgevaardigden zal worden voorgelegd.
Volgens de aankondigingen moet binnen zes maanden na de goedkeuring van de wet een register worden opgesteld van non-profitorganisaties, opgericht in Republika Srpska, die financieel worden ondersteund door buitenlandse entiteiten.
De goedkeuring van deze wet is eind januari aangekondigd door Milorad Dodik, president van de entiteit Republika Srpska.
Hij benadrukte destijds “dat de status van buitenlandse agenten zal worden vastgesteld voor iedereen die geld ontvangt van buitenlandse regeringen om RS te ondermijnen”.
De wet voorziet onder andere in toezicht op niet-gouvernementele organisaties die worden gefinancierd vanuit het buitenland, een verbod op breed gedefinieerde politieke activiteiten, de noodzaak tot extra registratie en het indienen van aanvragen bij het Ministerie over de ontvangst van financiële middelen uit het buitenland.
Bovendien kan het bevoegde ministerie in geval van wetsovertreding de rechter voorstellen hun werkzaamheden te verbieden. (13.02.)