Have the article read by OpenAI (Beta). Please note that AI translations may take some time to process.De Amerikaanse minister van Defensie Pete Hegseth verklaarde deze week in Brussel dat een NAVO-toetreding voor Oekraïne niet realistisch is. Hij sloot ook uit dat de Verenigde Staten vredestroepen zullen sturen. Als er toch een vredesmissie komt, dan zal dat geen NAVO-missie zijn, en zal die dus niet worden gedekt door het Artikel 5, dat de wederzijdse bijstand onder NAVO-landen bepaalt.
“Ik denk dat dit een absolute wake-upcall is voor Europa. Als bondgenoten van de NAVO moeten we eindelijk weer meer doen, de strijdkrachten weer opbouwen en ervoor zorgen dat we zelf klaar staan”, reageerde Francken. “Eigenlijk zegt Washington tussen de lijnen dat de VS hun troepen uit Europa zullen terugtrekken en zich zullen focussen op China, en dat wij zelf meer verantwoordelijk moeten worden voor de Europees-Atlantische gemeenschap.”
De wake-upcall geldt ook voor België, klinkt het. De nieuwe federale regering wil de defensie-uitgaven optrekken tot 2 procent van het bbp tegen 2029, de minimumnorm van de NAVO. “Ik begrijp dat de vraag vanuit de NAVO zal komen om nog sneller naar die 2 procent te gaan. We zullen dat in de regering bespreken”, zei Francken.
De defensieminister sloot ten slotte niet uit dat België zou deelnemen aan een missie in Oekraïne in het kader van een eventueel akkoord dat door Kiev wordt aanvaard. “We zullen doen wat nodig is. Vredesmissies hebben we altijd gedaan en als dat gevraagd wordt, zullen we dat doen”, aldus Francken. “We zullen altijd aan de kant van Oekraïne staan, laat dat duidelijk zijn.”
De veranderde Amerikaanse houding versterkt het besef bij vele Europese landen dat ze dringend veel meer moeten investeren in defensie. Daarbij wordt ook steeds meer naar de Europese Unie gekeken. In maart pubiceert de Europese Commissie een witboek dat uit de doeken moet doen welke rol de EU kan spelen, bijvoorbeeld op vlak van financiering en de versterking van de defensie-industrie.
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.