Brussel – De Europese Commissie heeft deze woensdag opnieuw bij Spanje en 15 andere lidstaten aangedrongen om “zo snel mogelijk” hun energie- en klimaatplannen in te dienen, nadat de termijn voor het indienen ervan in Brussel op 30 juni was verstreken, een datum die alleen werd nageleefd door Denemarken, Finland, Nederland en Zweden, terwijl Oostenrijk werd gesanctioneerd omdat het zelfs geen concept heeft ingediend.
De woordvoerder van Energie van de Europese Commissie, Tim McPhie, heeft op 1 juli al een oproep gedaan aan de achterblijvende landen, en herinnerde de hoofdsteden aan hun wettelijke verplichting om deze documenten in te dienen, een waarschuwing die hij deze woensdag heeft herhaald naar aanleiding van de presentatie van het Energieverslag 2024.
Sindsdien hebben ook Duitsland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg en Letland hun plannen ingediend en hoewel er geen officieel gecommuniceerde termijn bestaat, heeft Brussel erop aangedrongen dat ze “zo snel mogelijk” willen worden ingediend, omdat, zoals McPhie zelf uitlegde, “de snelle indiening van dit plan zal helpen de nodige investeringen te activeren om de klimaatdoelen voor 2030 te halen en bij te dragen aan de decarbonisatie van de Europese industrie, met het oog op het garanderen van betaalbare en duurzame energievoorzieningen voor Europa”.
Deze plannen zorgen ervoor dat de EU haar energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030 haalt, waaronder de vermindering van broeikasgassen, het bereiken van een minimumaandeel van 32% aan hernieuwbare energie, het garanderen van een grotere elektrische interconnectie of het behalen van een minimumverbetering van 32,5% in energie-efficiëntie.
“We hebben heel hard gewerkt om deze doelstellingen vast te stellen in de wetgeving en nu is het aan de nationale autoriteiten om deze plannen af te ronden en deze wetgeving in werking te stellen zodat bedrijven en burgers in heel Europa de voordelen van onze groene transities kunnen zien,” aldus de woordvoerder.
Met betrekking tot de volgende stappen herinnerde hij al in juli eraan dat “het een wettelijke verplichting is van de lidstaten om deze definitieve plannen in te dienen,” iets dat de Commissie al “dringend” heeft besproken in verschillende ministeriële bijeenkomsten.
Anders, “in het geval dat dit noodzakelijk en passend blijkt te zijn,” heeft de Europese Commissie juridische opvolgingsinstrumenten tot haar beschikking die zij geschikt acht om te gebruiken. (11 september)