Brussel – Hoe wordt de winst van de rechts-populistische FPÖ bij de Oostenrijkse parlementsverkiezingen afgelopen zondag in Brussel ontvangen? Door de APA geïnterviewde EU-experts wijzen erop dat de ontwikkeling in Oostenrijk andere landen in de EU volgt, zoals Nederland of Italië. Voor de politicoloog Sophie Pornschlegel is het voor het werk op Europees niveau van cruciaal belang “wie er in de regering zit”. Eric Maurice van het European Policy Centre zegt: “De standpunten van Oostenrijk zullen niet gemakkelijk zijn voor de EU-partners”, Stichworte migratie en Schengen.
“Het feit dat zij de eersten zijn met kandidaten die radicaler zijn dan hun voorgangers, is een belangrijke ontwikkeling”, analyseert Maurice. Dit zal hoe dan ook de politiek van een toekomstige regering beïnvloeden, denkt hij. “Als dat de FPÖ en de (conservatieve regeringspartij, red.) ÖVP zijn, betekent dat principieel niets goeds, aangezien de nationale regeringen in de Raad (van de lidstaten, red.) meebeslissen”, aldus Pornschlegel, EU-expert bij de Brusselse denktank Europe Jacques Delors, in gesprek met de APA.
Hoe een eventuele deelname van de FPÖ aan de regering concreet invloed zou hebben op gevoelige beleidsgebieden zoals migratie en Rusland, kan Pornschlegel nog niet zeggen: “Men weet nooit hoe ver zij zullen meegaan of niet.” Als voorbeeld noemt zij de Italiaanse minister-president Giorgia Meloni van de rechtse partij Fratelli d’Italia: “Bij Meloni was men ook erg bang, maar uiteindelijk heeft zij Oekraïne gesteund.”
Het nieuwe asiel- en migratiepact van de EU, waarvan de uitvoering nu op stapel staat, gaat voor de Duitse al “extreem ver in de richting van Fort Europa. Men kan alleen maar hopen dat het pakket niet nog verder wordt versterkt, want bepaalde regeringen willen nog verder gaan.” De voormalige journalist Maurice zegt: “De standpunten van Oostenrijk zullen niet gemakkelijk zijn voor zijn partners. Het land eist meer maatregelen om de instroom van migranten te beperken, en ook de Schengen-vraag (Oostenrijk blokkeert momenteel de volledige toegang voor Roemenië en Bulgarije, red.) is interessant.”
De verkiezingsoverwinningen van uiterst rechtse partijen in veel EU-landen tonen volgens Pornschlegel “toenemend nationalisme en wantrouwen tegenover de instellingen”. Het is “niet meer ongewoon dat extreem rechts sterk of bij verkiezingen aan de top staat”, aldus Maurice. De nationale en de EU-niveaus zijn politiek steeds meer met elkaar verweven. “Een stem tegen de regering is altijd ook een stem tegen de EU, want daar heeft de regering meebeslist.” De EU wordt de “zondebok”.
Pornschlegel vindt het “gevaarlijk om alleen naar rechts te wijzen” en adviseert de partijen “zelfreflectie te starten en na te denken over hoe men het anders kan doen, in plaats van het origineel te kopiëren”. Zij ziet tegenwoordig in ieder geval andere reacties dan 25 jaar geleden, toen de EU nog “zeer geschokt” was door de deelname van de FPÖ aan de regering onder Jörg Haider. Destijds was het “een schok”, zegt EU-expert Maurice, tegenwoordig zijn overwinningen van uiterst rechtse partijen “systemisch”.
De Europese Commissie wilde de Oostenrijkse verkiezingsuitslag maandag niet becommentariëren: “Wij becommentariëren de uitslagen van verkiezingen niet. Vraag de Oostenrijkse kiezers naar de betekenis van hun stem, net zoals de burgers van alle lidstaten”, verklaarde hoofwoordvoerder Eric Mamer tegenover journalisten in Brussel.
Volgens de voorlopige einduitslag, gepubliceerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken, hebben de Vrijheidspartij duidelijk de eerste plaats bereikt met 28,8 procent van de stemmen. De tweede plaats gaat naar de ÖVP met 26,3 procent, voor de SPÖ met 21,1 procent. De NEOS hebben met 9,2 procent de Groenen ingehaald, die op 8,3 procent eindigden. De FPÖ is in het Europees Parlement vertegenwoordigd in de fractie “Patrioten voor Europa” met het Vlaams Belang, het Franse Rassemblement National, de Italiaanse Lega, de Tsjechische ANO, de Hongaarse Fidesz-partij van Viktor Orbán, de Deense Volkspartij en andere rechtse partijen (30.09.2024).