Brussel – Charles Michel zal bij de verkiezingen van juni de Europese lijst van zijn partij MR aanvoeren. Hij stopt als gevolg daarvan een half jaar eerder dan voorzien als voorzitter van de Europese Raad.
“Ik heb beslist me kandidaat te stellen voor de Europese verkiezingen in 2024”, zei Charles Michel zaterdag in een interview met De Standaard, Le Soir en La Libre. De verkiezingen vinden plaats op 9 juni. “Als ik verkozen word, zal ik de eed afleggen”, zegt Michel. “Ik zal mijn functie als voorzitter van de Europese Raad dan uitoefenen tot ik half juli de eed afleg als lid van het Europees Parlement“.
“Als ik verkozen word, zal ik de eed afleggen.”
Europees Raadsvoorzitter Charles Michel
Zijn mandaat als voorzitter van de Europese Raad loopt tot december en de twee functies kunnen niet gecombineerd worden. Daarom zal de opvolger van Michel als Europese Raadsvoorzitter sneller dan voorzien aan de slag moeten.
De keuze van een nieuwe Europese Raadsvoorzitter maakt traditioneel deel uit van een breder pakket Europese topbenoemingen die de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten moeten doorhakken na de Europese verkiezingen. Over de gevolgen van zijn beslissing voor zijn partijgenoot Didier Reynders, die nu Eurocommissaris is, liet Michel zich niet uit. Gaat Reynders ook op de Europese lijst staan, ook al biedt een derde plek weinig zekerheid op een zetel? ‘”Dat moet je aan Didier Reynders vragen”, aldus Michel. ‘”Hij wil op een of andere manier Europees actief blijven.”
Zondag raakte bekend dat de regering zich buigt over een eventuele voordracht van Reynders als secretaris-generaal van de Raad van Europa. België moet woensdag de naam van zijn kandidaat bekendmaken. Reynders was in 2019 al eens kandidaat voor de Raad van Europa, zonder succes. De Raad van Europa waakt over de mensenrechten op het Europese continent.
06/01/2024
België voorzitter van de Raad van de Europese Unie
Brussel – In regeringskringen, zowel op federaal als op regionaal niveau, wordt er al vele maanden over gesproken en achter de schermen zijn de voorbereidingen nog langer bezig, maar sinds 1 januari is het eindelijk zover: België is sindsdien tijdelijk voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Het betekent dat Belgische excellenties zes maanden lang compromissen zullen moeten zien te smeden tijdens de Europese ministerraden, maar ook de voorbereidende vergaderingen van de Raad zullen door Belgen worden voorgezeten. Het is een taak waarvan het belang moeilijk kan worden overschat.
Het is voor ons land de dertiende keer dat het zich ‘Europees voorzitter’ mag noemen, al wordt in EU-middens kribbig gereageerd op die terminologie. Het is namelijk enkel de Raad waarvan het voorzitterschap om de zes maanden wisselt. De Europese Commissie en het Europees Parlement – die twee andere instellingen die het wetgevende werk in de Europese Unie uitvoeren – hebben met respectievelijk Ursula von der Leyen en Roberta Metsola elk hun eigen voorzitter. Charles Michel leidt dan weer de Europese Raad, waar de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten bijeenkomen om de grote lijnen van het Europese beleid uit te zetten. Met de verkiezingen van juni in aantocht, betekent het dat België de laatste voorzitter is van de lopende legislatuur.
In de schoot van de Raad ligt de komende maanden nog veel werk op de plank. Premier Alexander De Croo sprak begin december, tijdens de officiële voorstelling van het programma en de prioriteiten van het Belgische voorzitterschap, over een 150-tal dossiers dat nog moet worden goedgekeurd. Wetende dat het Europees Parlement eind april voor het laatst bijeenkomt voor de verkiezingen, is er maar tot februari/maart tijd om compromissen te sluiten, die vervolgens nog in wetteksten moeten gegoten voor ze kunnen worden goedgekeurd. Denk aan de finale onderhandelingen over de nieuwe begrotingsregels en de herziening van de meerjarenbegroting, die gekoppeld is aan een nieuw steunpakket voor Oekraïne. Maar ook aan de zogenoemde Net Zero Industry Act, die de Europese industrie door de groene transitie moet loodsen. De Croo hamert vaak op de nood aan het versterken van het Europese concurrentievermogen.
Als laatste voorzitter van de legislatuur moet België de beleidsprioriteiten voor de volgende termijn (2024-2029) mee uitzetten, te beginnen met de uitbreiding van de EU naar 30 of meer lidstaten en het bredere debat over de toekomst van de Unie. Maar ook in lopende dossiers zal België de neuzen in dezelfde richting moeten proberen te krijgen. De rechtsstaat, het concurrentievermogen van de Europese Unie, de groene transitie, de sociale agenda, asiel en migratie en buitenlands beleid zijn niet toevallig de zes prioritaire thema’s van de komende zes maanden.
Voor de Belgische ministers gaat het voorzitterschap gepaard met heel wat media-aandacht, wat in de aanloop naar de Europese, federale en regionale verkiezingen niet bepaald ongelegen komt. Petra De Sutter, Vincent Van Peteghem en Frank Vandenbroucke zijn maar enkele federale ministers die Raadsbijeenkomsten zullen mogen leiden, maar ook regionale ministers als Jan Jambon, Elio Di Rupo en Alain Maron zullen op het voorplan treden. In de Europese machinekamer zal dan weer een hoofdrol weggelegd zijn voor de Belgische permanente vertegenwoordiger bij de EU, Willem van de Voorde. De meeste politieke beslissingen op het niveau van de Raad worden namelijk genomen tijdens de vergaderingen van de 27 nationale ambassadeurs, die door Van de Voorde zullen worden voorgezeten. Afhankelijk van het thema buigen ook de adjunct-permanente vertegenwoordigers zich over dossiers. Die worden de komende zes maanden geleid door de Belg Pierre Cartuyvels.
31/12/2023
Deze compilatie is een redactionele selectie gebaseerd op de Europese berichtgeving van Belga. Deze wordt minstens tweemaal per week gepubliceerd, op maandag en donderdag.