Brusel – Het gebruik van mobiele telefoons door leerlingen op scholen zal niet op EU-niveau worden gereguleerd, maar de lidstaten kunnen elkaar helpen en adviseren. Dat zei minister van Onderwijs Tomáš Drucker (Hlas-SD) na de EU-Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport in Brussel, meldt de TASR-correspondent.
Het Hongaarse voorzitterschap van de EU-Raad heeft verschillende onderwerpen op de agenda gezet, waaronder het zogenaamde Europese diploma. Drucker benadrukte dat Slowakije de mobiliteit van studenten via programma’s zoals Erasmus+ steunt, maar dat het nieuwe voorstel gaat over een mogelijke overeenkomst van een groep Europese scholen om een gezamenlijk diploma uit te geven.
“Het idee is goed, maar sommige landen zijn bang dat als een groep landen een akkoord bereikt en sommige buiten de boot vallen, dit de kwaliteit van onze universiteiten zou kunnen verslechteren en (leiden tot) een braindrain en jonge mensen naar andere scholen in het buitenland. Dit onderwerp zal nog worden besproken,” legde Drucker uit.
Het gebruik van mobiele telefoons op scholen was ook een onderwerp. Drucker stelde dat de lidstaten zien dat het gebruik ervan, vooral op basisscholen, problemen creëert bij de concentratie en prestaties van leerlingen. Sommige landen, waaronder Slowakije, hebben het gebruik al verboden, in Hongarije geldt dit tot de eindexamenklassen.
“De discussie is informeel en gebaseerd op data. Waarschijnlijk zou geen enkel land accepteren om ook dit onderwerp te laten reguleren. Maar de Unie is een goed platform om ervaringen, data en informatie uit te wisselen, te discussiëren en elkaar te inspireren,” voegde hij eraan toe.
Volgens hem gaven de OESO-gegevens aan dat de sterkste reden voor een verbod op mobiele telefoons op scholen het concentratieverlies van kinderen en de verminderde sociale interactie tijdens pauzes zijn. De gegevens bevestigden ook een betere prestatie van kinderen op scholen waar mobiele telefoons niet werden gebruikt.
De minister opende ook het onderwerp kunstmatige intelligentie, die uitdagingen biedt op het gebied van concurrentievermogen. Hij waarschuwde dat dit gebied voor Europeanen begint “te ontsnappen” in vergelijking met andere spelers in de wereld.
“We zouden ons als leiders moeten gedragen en actie moeten ondernemen op het gebied van de ondersteuning van kunstmatige intelligentie en het gebruik ervan in het onderwijs,” zei hij.
Hij noemde dat Slowakije in november 2025 in samenwerking met de OESO een groot educatief forum zal voorbereiden over het onderwerp kunstmatige intelligentie in het onderwijs en ook een top waar de secretaris-generaal van de VN, de voorzitter van de Europese Commissie en politici samen met technologieleiders zouden moeten komen.
Drucker maakte ook gebruik van zijn verblijf in Brussel voor bilaterale onderhandelingen met zijn collega’s uit Estland en Frankrijk, hun discussies richtten zich op het vroegschoolse onderwijs. Volgens hem is dat op dit gebied een uitdaging voor Slowakije, dat moeite heeft om dit soort onderwijs dichter bij kinderen uit sociaal-economisch achtergestelde groepen te brengen. Hij prees dat er EU-landen zijn waar verplicht onderwijs begint vanaf drie jaar, wat kinderen beter helpt zich voor te bereiden op de start van het basisonderwijsproces zodra bepaalde basisgewoonten zijn aangeleerd. (25 november)