Frankfurt (dpa) – Duitse luchtvaartmaatschappijen Lufthansa en Condor worden geconfronteerd met steeds oneerlijkere concurrentie als gevolg van een significante stijging van belastingen en heffingen, zei Condor CEO Peter Gerber maandag tijdens een zakelijke bijeenkomst op de luchthaven van Frankfurt.
In de afgelopen vier jaar is de kostprijs van luchtverkeersleiding, luchtvaartveiligheidscontroles en vliegtuigbelasting verdubbeld van 3,5 miljard euro naar 7 miljard euro per jaar, zei hij.
Internationale luchtvaartmaatschappijen vermijden steeds vaker Duitse luchthavens, wat leidt tot verlies van mondiale verbindingen, zei Gerber. Hij merkte op dat het herstelpercentage in Duitsland 82 procent is vergeleken met het pre-pandemische jaar 2019, terwijl de meeste andere Europese landen een groei in het luchtverkeer boven dat niveau hebben gezien.
Lufthansa’s Chief Human Resources Officer Michael Niggemann uitte zijn verzet tegen staatsverplichtingen voor het gebruik van duurzame vliegtuigbrandstoffen (SAF), en zei dat aangezien het systeem alleen vertrekken binnen de Europese Unie registreert, het concurrentienadelen creëert met niet-Europese hubs.
Vanaf 2025 moeten luchtvaartmaatschappijen die vertrekken uit de EU gemiddeld 2 procent van hun brandstof dekken met SAF, met een stijging naar 70 procent tegen 2050. Dit zogenaamde RefuelEU luchtvaartinitiatief – bedoeld om CO2-emissies in de luchtvaartsector te verminderen – maakt deel uit van het FitFor55-pakket onder de Green Deal van de EU, het hoeksteen-klimaatbeleid.
Lufthansa zei dat onvoldoende SAF-productie in de toekomst het een significante kostenfactor zal maken, en dat de EU- en Duitse staatsvereisten voor het gebruik van synthetische, door elektriciteit geproduceerde brandstoffen onhaalbaar zijn. (2 september)