EU-breed/Brussel – De in 2021 opgerichte herstel- en veerkrachtfaciliteit (ARF) van de Europese Unie (EU) moest de economie in de EU-lidstaten na de coronapandemie op gang brengen en belangrijke investeringen en hervormingen voor de toekomst bevorderen. Bij de uitvoering zijn er echter aanzienlijke vertragingen, klaagt de Europese Rekenkamer (ERH) met zetel in Luxemburg in een maandag gepubliceerde rapport. De doelstellingen van het herstelfonds zouden hierdoor in gevaar kunnen komen.
De looptijd van de ARF eindigt in augustus 2026. Tot dan kunnen de EU-staten geld uit het fonds ontvangen, maar moeten zij in ruil daarvoor de hervormingen en investeringsprojecten uitvoeren die vooraf met de Europese Commissie zijn overeengekomen. Tegen het midden van de looptijd, eind 2023, zouden de EU-landen echter minder dan een derde van de middelen uit het herstelfonds hebben benut en daarnaast minder dan 30 procent van de vastgestelde tussendoelen hebben bereikt, aldus de auditors. Een vergelijkbare situatie in Oostenrijk: Het land had tot eind 2023 slechts 23 procent van de voor de Alpenrepubliek benodigde middelen aangevraagd en slechts 44 van de in totaal 171 mijlpalen en doelstellingen gehaald.
“Het is van groot belang dat de middelen van de ARF tijdig worden benut. Hierdoor wordt vermeden dat er tegen het einde van de looptijd van de faciliteit knelpunten ontstaan bij de uitvoering van de maatregelen, wat het risico op inefficiënt en foutief besteden van geld vermindert”, aldus Ivana Maletić, het voor de controle verantwoordelijke lid van de rekenkamer, in een persbericht.
De redenen voor de vertragingen verschillen van land tot land. Daaronder vallen onder andere “de inflatie of bevoorradingsproblemen, onzekerheden bij milieuregels en onvoldoende administratieve capaciteiten”. Zowel de Commissie als de lidstaten hebben inmiddels maatregelen genomen om het probleem aan te pakken, “maar het is nog te vroeg om te beoordelen of ze positief uitwerken”, aldus het rapport. (02.09.2024)