De lidstaten buitelden de afgelopen weken over elkaar heen met ‘eigen’ regels of wensen. Nederland en Hongarije willen een opt-out van het EU-migratiebeleid en nationaal migratiebeleid voeren, Duitsland voerde grenscontroles in en Polen weigert asielzoekers uit Belarus binnen te laten. Andere lidstaten hebben geen begrip voor die eigenzinnigheid en willen vooral samenwerken om de belangrijkste gezamenlijke doelen te bereiken: minder asielzoekers binnenlaten en uitgeprocedeerde asielzoekers sneller terugsturen.
Daar hamert ook voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, op. In een migratiebrief voorafgaand aan de top, somt ze tien actiepunten op waar de komende tijd aan moet worden gewerkt, bovenop het zwaar bevochten migratiepact met strengere asielregels. Ze heeft goed geluisterd naar de groeiende onvrede en het ongeduld van diverse lidstaten, die mede zijn ingegeven door de rechtsere politieke wind die is gaan waaien.
Zo stelt de Eurocommissaris voor onderdelen van dat migratiepact sneller in te voeren dan juni 2026, zoals nu de afspraak is. De wens van diverse lidstaten, waaronder Nederland, om de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers te herzien en strenger te maken, snapt Von der Leyen. Alleen met een goed terugkeerbeleid werkt het migratiebeleid, schrijft ze.
Ook terugkeerhubs buiten de Europese Unie waar uitgeprocedeerde asielzoekers op hun uitzetting moeten wachten, is weer onderwerp van gesprek. Tot nu toe stuitten die op politieke weerstand, maar nu rust er geen taboe meer op.
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij ANP.