Neurenberg – In geen enkel ander EU-land geven consumenten volgens een onderzoek zo’n klein deel van hun inkomen uit aan voedsel, gezondheidszorg en verzorging als in Duitsland. Ondanks de gestegen prijzen was het aandeel van deze uitgaven in de particuliere consumptie vorig jaar met 13,4 procent lager dan in alle andere 26 staten. Dit blijkt uit een studie van marktonderzoeksinstituut NIQ.
«In Duitsland zijn de gemiddelde inkomens hoog. Bovendien is de concurrentie in de levensmiddelendetailhandel zo hevig als bijna nergens anders, wat de prijzen drukt. Deze zijn door de hoge inflatie onlangs weliswaar gestegen, maar nog steeds relatief laag», zei NIQ-detailhandelsdeskundige Filip Vojtech.
Consumenten letten laatst meer op prijzen en grepen vaker naar aanbiedingen. Volgens NIQ registreerde Duitsland in West-Europa met een stijging van 14 procent de sterkste groei van aanbiedingsaankopen.
EU-breed stroomt elke derde euro naar de detailhandel
Vergelijkt men hoeveel geld mensen in totaal in winkels uitgaven, heeft Duitsland volgens de studie eveneens de laatste plaats. In de Bondsrepubliek stroomde in 2023 slechts elke vierde euro naar de detailhandel, EU-breed elke derde, in Oost-Europese landen zoals Hongarije en Bulgarije zelfs bijna elke tweede.
Door de hogere koopkracht besteden huishoudens in Duitsland een kleiner deel van het inkomen aan voedsel, kleding en andere goederen, aldus Vojtech. Daarentegen zijn de kosten van levensonderhoud voor wonen en energie hoger. Bovendien wordt meer geld uitgegeven aan diensten en vrijetijdsactiviteiten, en stroomt meer naar besparingen en financiële investeringen.
Het aandeel van de detailhandel in de particuliere consumptie daalde in 2023 opnieuw in de EU. Volgens de marktonderzoekers is dit te wijten aan een normalisering van het consumptiegedrag. Tijdens de coronapandemie gaven consumenten hun geld vooral uit in de detailhandel, omdat culturele activiteiten, evenementen en reizen vaak niet mogelijk waren, zei NIQ-studieleider Philipp Willroth. «Dit effect keert nu weer om, omdat de Europeanen een inhaalslag hebben en weer meer willen beleven en reizen.» (20 augustus)