De Europarlementsleden besloten met 371 tegen 162 stemmen (37 onthoudingen) om de status van de wolf in de Europese habitatrichtlijn te wijzigen van “streng beschermde diersoort” naar “beschermde diersoort”. De lidstaten moeten de wijziging enkel nog formeel goedkeuren. Ze krijgen vervolgens 18 maanden tijd om hun wetgeving aan te passen.
Met deze aanpassing stemt de EU haar wetgeving af op de veranderde status van de wolf in de Conventie van Bern, een verdrag van de Raad van Europa uit 1979 dat de bescherming van wilde dier- en plantensoorten bepaalt. Het was de EU zelf die voordien om deze versoepeling had gevraagd.
De Europese habitatrichtlijn uit 1992 verbood het uitroeien van de wolven, maar sinds 2012 is de populatie op het continent zowat verdubbeld. Sinds 2018 duikt het dier ook in Vlaanderen weer op. In 2023 waren er volgens de Europese Commissie zo’n 20.000 wolven. Dat leidde in sommige regio’s steeds meer tot problemen met de veehouderij.
“Onze boeren hebben hierom gevraagd, want momenteel kunnen ze geen actie ondernemen tegen de wolf wanneer hun vee wordt aangevallen”, zegt Belgisch Europarlementslid Hilde Vautmans (Open VLD). “Enkel als hun vee gedood is, wat vorig jaar opliep tot 56.000 stuks vee in Europa, kunnen ze een compensatie vragen. Naast de administratie en bewijslast die dit met zich meebrengt voor de boeren, kost dit de Europese lidstaten 17 miljoen euro per jaar.”
De groenen reageren teleurgesteld. Volgens Sara Matthieu (Groen) druist het besluit in tegen alle wetenschappelijke adviezen. Ze waarschuwt ook voor de impact op het ecosysteem en de biodiversiteit. “Na ruim honderd jaar is de wolf eindelijk terug in onze streek, en dat succes valt nu deels in duigen”, betreurt ze. “De wolvenpopulaties zijn nog steeds fragiel en hadden die strikte bescherming hard nodig.”
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.