Have the article read by OpenAI (Beta). Please note that AI translations may take some time to process.

STRAATSBURG (ANP) – De Europese Commissie haalt vaak wettelijke deadlines niet voor het nemen van beslissingen over gevaarlijke chemische stoffen. Dat stelt de Europese Ombudsman Emily O’Reilly maandag vast in de voorlopige resultaten van haar onderzoek naar het risicobeheer van gevaarlijke stoffen door de Commissie. Ze noemt deze trage gang van zaken “wanbeheer”.

Volgens de Ombudsman doet de Commissie er gemiddeld 14,5 maanden over om een ontwerpbesluit voor te bereiden, terwijl de wettelijke termijn hiervoor maximaal drie maanden bedraagt. In sommige gevallen duurt dit proces zelfs meerdere jaren. De vertraging die hierdoor ontstaat, is volgens O’Reilly een bedreiging voor de volksgezondheid en het milieu. De stoffen waar het om gaat, kunnen kankerverwekkend of schadelijk voor de voortplanting zijn. Want zolang de Europese Commissie nog geen besluit heeft genomen over een bepaalde stof, kunnen bedrijven die nog gebruiken.

Het gaat om stoffen die gebruikt kunnen worden in allerlei producten. Milieuorganisatie ClientEarth en het Europees Milieubureau (EEB) noemen het gebruik van DEHP als voorbeeld, wat in allerlei plastic producten voorkwam, zoals speelgoed, kleren, plastic borden en seksspeeltjes. Het duurde jaren voordat de Commissie ingreep bij DEHP. Op dit moment zou een groot deel van de aanvragen gaan om de giftige stof chroomtrioxide, wat gebruikt wordt om bijvoorbeeld een beschermende laag aan te brengen op metalen onderdelen.

Bedrijven moeten sinds de Europese REACH-wetgeving (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals) toestemming vragen voor het gebruik van stoffen die als ‘zeer zorgwekkend’ zijn geclassificeerd. Deze Europese chemiewetgeving was er volgens de Ombudsman op gericht om gevaarlijke stoffen snel af te bouwen of te reguleren.

O’Reilly vindt wel dat bedrijven volledige en juiste informatie moeten aanleveren bij hun aanvragen om een stof te gebruiken. Ook roept ze de commissie op om bedrijven af te wijzen als hun informatie onvoldoende is. Bij een afwijzing zouden zij deze stoffen niet meer mogen gebruiken binnen de EU.

De Europese Commissie zegt in een reactie dat de REACH-wetgeving complex is en dat dit deels de lange procedures verklaart. Maar volgens een woordvoerster van de commissie zal die ook “onze interne procedures onderzoeken om te zien hoe het besluitvormingsproces efficiënter wordt”.

(22 oktober 2024)

De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij ANP.