Brussel – Onderhandelaars van het Europees Parlement en de lidstaten hebben donderdagnacht een akkoord bereikt over nieuwe doelstellingen voor de emissie en absorptie van broeikasgassen door bodems, bomen, planten, biomassa en hout. Door de doelstellingen aan te scherpen, engageert de Europese Unie zich er de facto toe haar netto-emissies tegen 2030 met 57 procent te verminderen, in plaats van met 55 procent zoals de Europese Klimaatwet voorschrijft.
De wetgeving waarover nu een akkoord gevonden is, maar dat nog formeel moet worden goedgekeurd, gaat over de sector landgebruik, verandering van landgebruik en bosbouw. Concreet zijn voor bodems, bomen, planten, biomassa en hout in de EU doelstellingen afgesproken voor de emissie en absorptie van broeikasgassen uit de atmosfeer. Bossen, graslanden, venen en waterrijke gebieden houden veel CO2 vast, maar als bijvoorbeeld bossen worden gekapt of natuurlijke bodems in landbouwgrond worden omgezet, gaat die capaciteit verloren.
Tegen 2030 wil de Europese Unie dat de sector netto 310 megaton (Mt) CO2-equivalent verwijdert, of 15 procent meer dan vandaag. Voor alle lidstaten is een lineair traject uitgetekend, België moet tegen het einde van het decennium 1,35 Mt CO2-equivalent verwijderen.
De lidstaten zullen nauwlettend in de gaten worden gehouden. Als ze hun doelstelling dreigen te missen, zullen ze verplicht worden bijsturingen te doen en kunnen ze nog hogere targets opgelegd krijgen. Er is ook wel de nodige flexibiliteit in de wetgeving ingebouwd voor wanneer lidstaten door externe factoren (zoals bosbranden) van hun traject af dreigen te geraken.
Door het ambitieniveau op de verwijdering van 310 Mt CO2-equivalent te leggen, moet de EU tegen 2030 geen 55 procent, maar dus 57 procent minder broeikasgassen kunnen uitstoten dan in het referentiejaar 1990, luidt het. Ook volgens Frans Timmermans, als vicevoorzitter van de Europese Commissie bevoegd voor de uitvoering van de Green Deal, zet het akkoord mee “de deur open naar een hogere klimaatdoelstelling”.
Eerder bereikten de Europese instellingen ook al akkoorden over hogere emissiereductiedoelstellingen voor de lidstaten en strengere CO2-emissienormen voor nieuwe auto’s en bestelwagens.
11/11/2022
België komt samen met eurozone in recessie terecht
Brussel – Net als de eurozone in haar geheel komt ook België in een recessie terecht. Dat voorspelt de Europese Commissie vrijdag.
De Commissie publiceerde vrijdag haar gedetailleerde economische groeivooruitzichten voor de EU, de eurozone en de verschillende lidstaten. Net als de meeste landen komt ook België in een recessie terecht, luidt het.
Over heel dit jaar groeit de Belgische economie volgens de Commissie nog met 2,8 procent. Dat heeft alles te maken met een sterke eerste jaarhelft, het effect van de versoepelde coronamaatregelen. Daardoor lag de groei in 2021 nog op 6,1 procent.
In de tweede helft van dit jaar gingen de hoge inflatie en het dalende consumentenvertrouwen echter fors op de groei wegen. Die viel in het derde kwartaal terug tot -0,1 procent. Ook in het vierde kwartaal zou de groei met -0,4 procent negatief zijn, waardoor België dus officieel in een recessie terechtkomt.
Tijdens het eerste kwartaal van volgend jaar zou economische productiviteit stagneren (+0,0 procent), om vanaf het tweede kwartaal weer lichtjes aan te trekken. Over heel 2023 verwacht de Commissie voor ons land een groei van 0,2 procent, in 2024 zou die stijgen tot 1,5 procent.
De inflatie is dit jaar met 10,4 procent “uitzonderlijk hoog” in België, zegt de Commissie. Ter vergelijking: in de hele eurozone ligt de inflatie met 8,5 procent dit jaar een stuk lager dan in ons land. Slechts vijf landen laten hogere prijsstijgingen optekenen, met de drie Baltische staten als uitschieters (tot 19,3 procent in Estland). Nederland kampt met een inflatie van 11,6 procent, in Duitsland stijgen de prijzen met 8,8 procent, in Frankrijk met 5,8 procent.
“De inflatie is in België uitzonderlijk hoog.”
Europese Commissie
De overheidsmaatregelen om de impact van de hoge energieprijzen voor gezinnen en bedrijven te verzachten, zorgen dit jaar voor een begrotingstekort van 5,2 procent (tegenover 5,6 procent vorig jaar). “De hogere uitgaven in het kader van de automatische indexering van de ambtenarenlonen en de sociale uitkeringen worden maar deels gecompenseerd door de impact van de hogere lonen en koopkracht”, luidt het. In 2023 zou het tekort verder oplopen tot 5,8 procent, waarmee België samen met Slovakije het grootste tekort zou laten optekenen van heel Europa.
Dit is het resultaat van een verslechterende macro-economische omgeving, de verdere automatische indexering van de ambtenarenlonen en de uitkeringen, een hogere interestlast en een lagere opbrengst van de vennootschapsbelasting, als gevolg van gekrompen winstmarges. Een positieve noot is dat in het eerste kwartaal de uitfasering van de meeste energiemaatregelen de druk op de overheidsfinanciën doet afnemen.
Niet verrassend drijven de tekorten ook de schuldgraad op. Die stijgt volgens de Commissie van 106 procent dit jaar naar 108 procent volgend jaar en 109 procent in 2024.
11/11/2022
Europees Parlement wil Kroatië tegen 1 januari in Schengenzone
Brussel – Het Europees Parlement heeft het licht op groen gezet voor de toetreding van Kroatië tot de Schengenzone. Dat zou al op 1 januari 2023 moeten gebeuren. Het is nu aan de EU-landen om finaal de knoop door te hakken.
Kroatië trad op 1 juli 2013 tot de Europese Unie toe en is daarmee de jongste lidstaat. Na een grondige analyse concludeerde de Europese Commissie in 2019 al dat het land aan alle criteria beantwoordt om ook tot de Schengenzone toe te treden, waar de controles aan de binnengrenzen opgeheven zijn en burgers vrij mogen reizen. Onder meer de Kroatische wetgeving en de toepassing ervan op het vlak van buitengrenscontroles, politiesamenwerking, visumbeleid en databescherming werden gecontroleerd.
De Raad (de EU-lidstaten) valideerde eind 2021 het Commissierapport en vroeg, zoals de procedure het voorschrijft, het Europees Parlement om zijn advies over de toetreding van Kroatië tot de Schengenzone. Het is dat advies dat donderdag met een grote meerderheid is goedgekeurd (534 stemmen voor, 53 tegen, 25 onthoudingen).
“Kroatië voldoet aan alle voorwaarden om toe te treden. Het ging in op maar liefst 281 aanbevelingen om de Schengenwetgeving correct om te zetten en onderging de meest diepgravende evaluatie voor toetreding van eender welke EU-lidstaat”, zegt het Portugese Europarlementslid Paulo Rangel, de auteur van het advies.
“Kroatië ging in op maar liefst 281 aanbevelingen in om de Schengenwetgeving correct om te zetten en onderging de meest diepgravende evaluatie voor toetreding van eender welke EU-lidstaat.”
Europees Parlementslid Paulo Rangel
Het is nu aan de Raad om de toetreding van Kroatië formeel goed te keuren en het land de toestemming te geven zijn binnengrenscontroles op te heffen – de facto aan zijn grenzen met Italië, Slovenië en Hongarije. Volgens rapporteur Rangel zou dat al op 1 januari 2023 moeten gebeuren, wanneer Kroatië ook tot de eurozone toetreedt. Het Parlement bepleitte eerder al om dan ook Bulgarije en Roemenië de Schengenzone te laten vervoegen. “Dat zou een sterk signaal zijn voor de landen van de Westelijke Balkan en hun EU-aspiraties”, aldus Rangel.
In haar rapport concludeerde de Europese Commissie drie jaar geleden wel dat de bescherming van de rechten van asielzoekers en migranten in Kroatië “een uitdaging” blijft, maar toetreding tot Schengen niet in de weg staat. Het Parlement wil wel dat Commissie de manier waarop Kroatië de buitengrenzen van de Schengenzone controleert en omgaat met fundamentele rechten, na toetreding blijft controleren.
Tot de Schengenzone behoren momenteel 26 landen. 22 daarvan zijn EU-lidstaten, aangevuld met IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. De EU-landen die geen lid zijn, zijn behalve Kroatië, Bulgarije en Roemenië, ook Cyprus en Ierland. Of en wanneer Kroatië kan toetreden, moet unaniem worden beslist door de 22 EU-landen in de Schengenzone.
10/11/2022
Europese Commissie heeft nieuwe uitstootnormen voor wegverkeer klaar
Brussel – Het einde van de verbrandingsmotor mag dan wel afgekondigd zijn, het neemt niet weg dat de Europese Commissie donderdag een update van de uitstootnormen en drempelwaarden voor motorvoertuigen heeft gepresenteerd. Zo stelt de nieuwe Euro 7-norm voor het eerst normen voor de vervuiling veroorzaakt door banden en remmen in het vooruitzicht.
Net voor de herfstvakantie kwamen de lidstaten en het Europees Parlement overeen om de verkoop van personenwagens met verbrandingsmotoren vanaf 2035 te verbieden. Waar die maatregel in eerste instantie de strijd tegen klimaatverandering moet dienen, moet de Euro 7-norm alle luchtvervuiling aanpakken. Zo veroorzaakte vervuiling door het wegtransport in 2018 nog ongeveer 70.000 vroegtijdige overlijdens in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.
De nieuwe normen moeten de uitstoot van schadelijke stoffen als fijn stof en stikstofoxide door nieuwe voertuigen verder doen dalen. Zo verklaarde Eurocommissaris voor Interne Markt Thierry Breton donderdag op een persconferentie dat de uitstoot van stikstofoxide door lichte voertuigen tegen 2035 gemiddeld met 35 procent zal verminderen, en die van het zware verkeer met meer dan de helft.
De Commissie wil ook een betere weerspiegeling van de uiteenlopende rijomstandigheden die voertuigen op de Europese wegen ondervinden. Zo zouden de normen voortaan moeten gelden bij temperaturen tot 45 graden Celsius (nu 38 graden) en tot 200.000 kilometer (nu 100.000 kilometer). Nieuw is ook dat de Euro 7-norm de eerste ter wereld is die drempelwaarden invoert voor bijvoorbeeld het fijn stof dat vrijkomt door de banden en het remmen.
Met die normen viseert de Commissie ook voertuigen die rijden op elektriciteit of waterstof, maar het nieuwe wetgevend kader blijft evenzeer gelden voor voertuigen die rijden op benzine of diesel. Elektrische wagens zullen dan wel een veel groter deel van de Europese vloot gaan uitmaken en de luchtvervuiling in het wegtransport aanzienlijk verminderen, de Commissie verwacht dat ook in 2050 meer dan 20 procent van de auto’s en busjes nog steeds vervuilende stoffen uit de uitlaatpijp zullen uitstoten.
De Commissie verwacht dat de baten voor het milieu veel hoger zullen zijn dan de kosten voor de consument. Ze raamt dat de nieuwe normen een meerkost van 90 tot 150 euro voor auto’s zullen betekenen, en ongeveer 2.700 euro voor bussen en vrachtwagens.
De Euro 7-norm brengt de bestaande regimes voor auto’s en bestelwagens (Euro 6) en bussen en vrachtwagens (Euro VI) samen in één wetgevend kader. De nieuwe regels zouden wel al vanaf midden 2025 gelden voor auto’s en bestelwagens, en pas twee jaar later voor bussen en vrachtwagens. Maar het is eerst aan de lidstaten en het Europees Parlement om een akkoord te vinden over het nieuwe kader.
10/11/2022
Deze compilatie is een redactionele selectie gebaseerd op de Europese berichtgeving van Belga. Deze wordt gepubliceerd op maandag en donderdag.