it flag go to the original language article
This article has been translated by Artificial Intelligence (AI). The news agency is not responsible for the content of the translated article. The original was published by ANSA.

Brussel (ANSA) – Het rapport over de concurrentiekracht dat Mario Draghi de komende weken zal presenteren, zal ook een apart hoofdstuk over gemeenschappelijke defensie bevatten. In het rapport, volgens Politico, benadrukt de voormalige president van de ECB dat “de Europese defensie-industrie geen beperkingen zou moeten hebben bij de toegang tot EU-financieringen en fusies zouden moeten worden toegestaan om nationale kampioenen te helpen opschalen”.

Draghi’s oproep beantwoordt aan een behoefte die al maanden zowel de Europese Commissie als verschillende lidstaten – vooral Frankrijk – als prioritair beschouwen: het revolutioneren van het Europese defensiesysteem, zowel vanuit geopolitiek oogpunt als wat de aanwezigheid van Europese bedrijven op de wereldmarkt betreft.

“Met de terugkeer van oorlog in de onmiddellijke nabijheid van de EU, het opkomen van nieuwe soorten hybride bedreigingen en een mogelijke verschuiving van de geografische focus en defensiebehoeften van de Verenigde Staten, zal de EU een grotere verantwoordelijkheid moeten nemen voor haar eigen verdediging en veiligheid,” luidt het rapport.

Om die “beslissende verandering” te bewerkstelligen die Draghi in het algemeen voor het hele concurrentiekrachtdossier vraagt, suggereert het rapport van de voormalige Italiaanse premier daarom om gemeenschappelijke fondsen vrij te maken door de leenbeleid van de EIB, de duurzame financiële kaders van de EU en de milieuregelgeving, sociale en governance-regels aan te passen, zodat er meer investeringen in defensie mogelijk zijn.

Het thema, net als het hele rapport van Draghi, zal op de agenda staan van de bijeenkomst tussen de voormalige ECB-voorzitter en de voorzitters van de fracties van het Europees Parlement, gepland voor woensdag. Het zal het eerste debat zijn tussen Draghi en zijn politieke gesprekspartners over het rapport na voltooiing ervan (2 september).