it flag go to the original language article
This article has been translated by Artificial Intelligence (AI). The news agency is not responsible for the content of the translated article. The original was published by ANSA.

“`html

Brussel/Rome (ANSA) – De Europese Commissie verwijst Italië naar het EU-Hof van Justitie wegens het niet beëindigen van het overmatige gebruik van tijdelijke contracten en discriminerende arbeidsvoorwaarden in het onderwijs. Italië, zegt de Commissie, “heeft de nodige regels niet aangenomen om discriminatie met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en het misbruik van opeenvolgende tijdelijke contracten te verbieden”.

Bovendien vormt de wetgeving inzake de bezoldiging van tijdelijke leraren in openbare scholen die “geen salarisprogressie voorziet op basis van eerdere dienstperioden” “een discriminatie ten opzichte van leraren in vaste dienst”. De Commissie is van mening dat “de inspanningen van de autoriteiten tot nu toe onvoldoende zijn geweest”.

De minister van Onderwijs Giuseppe Valditara antwoordt dat hij al lange tijd bij de Commissie de noodzaak heeft onderstreept om het aanwervingssysteem van Italiaanse docenten te herzien “door de starheden van de PNRR-hervorming te overwinnen die een objectieve discriminatie jegens tijdelijke docenten creëren en geen rekening houden met de groei van tijdelijke werkgelegenheid in de afgelopen jaren. We wachten vol vertrouwen op de uitbreiding van gelijke rechten ook op de aanwervingsvormen”.

Het aantal docenten met een tijdelijk contract is in de laatste jaren geëxplodeerd. Er waren er 100 duizend in 2015-16, 135 duizend in 2017-18, 212 duizend in 2020-21, tot 235 duizend in 2022-23, volgens de gegevens van Tuttoscuola. Dit jaar berekenen de vakbonden 250 duizend tijdelijke docenten, maar voor het ministerie van Onderwijs zijn het er 160 duizend. Het fenomeen is niet homogeen op het grondgebied: terwijl het percentage precariteit nationaal op 25% ligt, bereikt het in Milaan 37%, in Lodi 43%. Lager is de incidentie in het zuiden: in Napels 20%, in Agrigento 10% (3 oktober).

“`