Het Europees Parlement stemt op 17 december over de opvolger van de huidige Europese Ombudsman, de Ierse Emily O’Reilly. Zes kandidaten zijn hiervoor in de race. Daarvan maken er drie serieuze kans om per februari benoemd te worden. Naast Van Zutphen gaat het om de Portugese Teresa Anjinho en de Estse Julia Laffranque. Alle kandidaten werden dinsdag door het Europarlement gehoord. Van Zutphen was de laatste.
In zijn hoorzitting hamerde Van Zutphen op het belang van vertrouwen in de rechtsstaat door burgers. Hij wil de kloof dichten tussen de instellingen van de EU en de inwoners ervan. Net zoals in Nederland wil hij er zelf op uit trekken en op onderzoek uitgaan. Gezien de afstanden zal dat als Europese Ombudsman lastiger zijn dan in Nederland, erkende hij na een vraag van een van de Europarlementariërs.
De Europese Ombudsman moet een “toegankelijk instituut” worden, benadrukte hij tijdens de hoorzitting. Als burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties in de knel komen met EU-regels, moeten zij makkelijk bij de Europese Ombudsman kunnen aankloppen.
Zijn eigen lobby voor de Europese functie zet Van Zutphen de komende weken door. Hij is al een paar maanden bezig steun voor zijn kandidatuur te verwerven bij Europarlementariërs. In september, oktober en november was hij daarvoor in Straatsburg, tijdens de plenaire week van het Europarlement. Tussendoor is hij voor gesprekken ook af en toe naar Brussel gereisd.
Of zijn beoogde aanpak meer in de smaak valt bij het Europees Parlement dan die van zijn concurrenten weet hij niet. “Heel eigenwijs, maar ik ben de enige die ervaring heeft als ombudsman.”
(3 december 2024)