Wenen – Oostenrijk heeft het op een na hoogste aandeel deeltijdbanen van alle 27 EU-landen. In het eerste kwartaal van 2024 werkte in het land 31,8 procent van alle werkenden in deeltijd. Oostenrijk stond daarmee achter Nederland met 43,7 procent en voor Duitsland (30,6 procent) en Denemarken (27,7 procent) op plaats 2, meldde Statistik Austria donderdag. Het laagste aandeel deeltijdbanen is er in Bulgarije (1,8 procent), Roemenië (3,1 procent) en Kroatië (4,1 procent).
Op basis van de microcensus-arbeidskrachtpeiling heeft Statistik Austria het aandeel deeltijdbanen voor het tweede kwartaal van 2024 in Oostenrijk al berekend, voor de andere EU-landen waren er nog geen actuele gegevens. Voor de periode april tot juni gaven 1,098 miljoen of 51,6 procent van alle werkende vrouwen aan in deeltijd te werken. Bij de mannen waren dit in het tweede kwartaal van dit jaar 329.000 mannen of 13,9 procent. In vergelijking met het voorgaande jaar steeg het aandeel deeltijdbanen volgens Statistik Austria bij mannen met 0,5 procentpunten en bij vrouwen met 1,0 procentpunten. 30 jaar geleden lag het aandeel deeltijdbanen bij vrouwen in de Alpenrepubliek slechts op 26 procent en bij mannen op 4 procent.
Om professionele kansen voor vrouwen met verlof of deeltijdwerkers te vergroten, eisen de sociale partners al jaren een aanzienlijke uitbreiding van de kinderopvang in Oostenrijk. De regering in Wenen heeft 50.000 extra plaatsen tegen 2030 beloofd. Bijna 60 procent van de huidige kleuterplaatsen voor 3- tot 5-jarigen is overeen te komen met een voltijdse baan, blijkt uit het in augustus gepubliceerde tweede monitoringsrapport van Statistik Austria over elementaire educatie. (05.09.2024)