go to the original language article
Luxemburg – Slovenië ondersteunt volgens de woorden van de minister van Financiën Klemen Boštjančič net als de meeste andere lidstaten het gebruik van bevroren Russisch vermogen voor de financiering van verdere steun aan Oekraïne. Echter, er moet eerst worden geantwoord op “een reeks complexe juridische vragen”, zei Boštjančič aan de zijlijn van de bijeenkomst van de EU-ministers van Financiën in Luxemburg.
“We ondersteunen de landen om deze middelen te gebruiken, maar aan de andere kant wijzen we allemaal op het juridische aspect hiervan,” zei hij. “Het betreft een reeks zeer complexe juridische vragen waarop antwoorden moeten worden verkregen voordat deze stap wordt gezet,” benadrukte Boštjančič met betrekking tot de nieuwe lening aan Oekraïne, waarvoor bevroren Russisch vermogen zou worden gebruikt.
Voor de lening moeten volgens bronnen in Brussel de lidstaten garant staan, waarbij de Sloveense minister de vraag opwierp hoe deze garanties in de begrotingen van de landen zullen worden behandeld. Slovenië is, net als andere lidstaten, het er niet mee eens dat de garanties als extra schulden worden behandeld, zei hij.
Europese commissaris voor Economie Valdis Dombrovskis zei na afloop van de bijeenkomst dat het verstrekken van garanties voor de lening waarschijnlijk niet automatisch zal worden meegerekend in het tekort of de schuld van de staten, zolang het Russische vermogen bevroren blijft totdat Moskou Oekraïne schadeloosstelt. Hij benadrukte echter dat dit definitief moet worden verduidelijkt door het Europese statistiekbureau Eurostat, dat hiervoor verantwoordelijk is.
De financiële ministers van de EU-lidstaten hebben de nieuwe lening voor Oekraïne besproken, nadat de leiders van de lidstaten hier vorige week op een informele bijeenkomst in Kopenhagen over hadden gediscussieerd. De Deense premier Mette Frederiksen uitte toen haar vertrouwen dat er een oplossing zal worden gevonden die door alle 27 landen wordt gesteund.
De voorzitters van de regeringen en staten van de lidstaten zullen hierover opnieuw discussiëren tijdens de reguliere oktoberbijeenkomst van de Europese Raad in Brussel over twee weken. (10 oktober)