Brussel – De Europese Commissie heeft woensdag versoepelde regels bepleit voor gewassen die met nieuwe genomische technieken (NGT) gekweekt worden. Die kunnen volgens haar bijdragen tot een landbouw die beter bestand is tegen klimaatverandering en minder meststoffen en pesticiden nodig heeft. Milieubewegingen vrezen echter een “deregulering” van de strikte Europese wetgeving over genetisch gemanipuleerde organismen (ggo’s).
Bananen en appelen die minder snel bruin worden, maïs en soja die zelf insecticide aanmaken, glutenarme tarwe… De voorbije twee decennia zijn nieuwe genomische technieken ontwikkeld, zoals crispr-cas9, die het genetische materiaal van gewassen kunnen veranderen en dat, in tegenstelling tot klassieke transgene ngo’s, zonder een vreemd gen te introduceren.
De Commissie ziet er heil in. Die planten hebben volgens haar verschillende nuttige eigenschappen voor de groene landbouw van de toekomst, zoals een verhoogde resistentie tegen ziekten en meer weerstand tegen milieustress. De consument zou bovendien kunnen genieten van een verbeterde voedingswaarde of smaak.
De Commissie wil dan ook de toelating tot de markt versoepelen en vindt de geldende ggo-wetgeving uit 2001 niet geschikt voor de toelating van deze technieken. Daarom stelt ze voor om deze wetgeving niet meer toe te passen op gewassen die gekweekt zijn met NGT die genetische veranderingen produceren die zich ook via klassieke technieken als zaadselectie of kruiskweek zouden voordoen, maar dan sneller en doelgerichter.
Deze gewassen zouden enkel nog aangemeld moeten worden en opgenomen in een centraal register, vooraleer ze op de markt gebracht kunnen worden. Enkel het zaaigoed zou dan verplicht gelabeld moeten worden. Voor NGT-gewassen met meer complexe genetische veranderingen moet het bestaande ggo-kader blijven gelden, met strenge toelatingsprocedures en strikte normen op vlak van labeling en traceerbaarheid. NGT-planten blijven ook verboden in de biologische landbouw.
Milieuorganisaties vrezen een “deregulering” ten koste van veiligheid en consumentenrechten. “Of het nu om speelgoed of gezichtscrème gaat, elk product dat op de Europese markt komt moet op veiligheid worden getest. Waarom zou er een uitzondering worden gemaakt voor ggo’s die in onze velden op onze borden belanden”, klaagt ggo-activiste Eva Corral van Greenpeace aan. De organisatie verwijst ook naar een uitspraak van het Europese Hof van Justitie uit 2018, die stelt dat NGT’s binnen het ggo-kader behandeld zouden moeten worden.
“Of het nu om speelgoed of gezichtscrème gaat, elk product dat op de Europese markt komt moet op veiligheid worden getest. Waarom zou er een uitzondering worden gemaakt voor ggo’s die in onze velden op onze borden belanden?”
Eva Corral (Greenpeace)
De Commissie ontkent dat er sprake is van deregulering. Ze wijst erop dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) in haar wetenschappelijke advies concludeert dat er geen nieuwe gevaren zijn en dat er bij de toelatingsprocedures een strikt onderscheid wordt gemaakt voor de twee categorieën NGT’s op basis van hun risicoprofiel. Ook de transparantie voor de consument zal gewaarborgd zijn, zo verzekert de Commissie.
“Door het veilige gebruik van nieuwe genoomtechnieken mogelijk te maken, zullen landbouwers toegang hebben tot meer bestendige gewassen die minder pesticiden nodig hebben”, zo stelde vicevoorzitter Frans Timmermans. Het voorstel moet nu goedgekeurd worden door de lidstaten en het Europees Parlement. Daar kan het misschien als pasmunt dienen voor het verzet van de rechterzijde tegen de natuurherstelwet en de afbouw van pesticidengebruik? “We hebben nu alle elementen die nodig zijn om de uiteenlopende standpunten misschien dichter bij elkaar te brengen”, klonk het ook bij de Nederlandse sociaaldemocraat.
05/07/2023
Europese landen ontvingen bijna 1 miljoen asielaanvragen in 2022
Brussel – De Europese landen hebben vorig jaar bijna één miljoen asielaanvragen ontvangen. Dat bleek dinsdag uit het jaarverslag van het Europese asielagentschap (EUAA). Het gaat om een toename met 53 procent in vergelijking met 2021 en het hoogste aantal sinds de vluchtelingencrisis van 2016.
Tegen de achtergrond van de aanslepende oorlog in Syrië registreerden de 27 lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein in 2015 en 2016 respectievelijk 1,3 en 1,2 miljoen asielaanvragen. De coronacrisis zorgde voor een aanzienlijke daling, maar vorig jaar ontvingen de betrokken landen opnieuw 996.000 aanvragen. Daar komen nu bovendien vier miljoen Oekraïense vluchtelingen bij, die tijdelijk bescherming genieten in Europa.
Net als in voorgaande jaren waren Syrië en Afghanistan de belangrijkste landen van oorsprong van de aanvragers, gevolgd door Turkije, Venezuela en Colombia. 70 procent van die aanvragen is ingediend in Duitsland (244.000), Frankrijk (156.000), Spanje (118.000), Oostenrijk (109.000) en Italië (84.000). Griekenland (37.375), Nederland (37.020) en België (36.740) vervolledigen de top-acht.
Onderaan de lijst bengelt Hongarije met 45 aanvragen. Hongarije en Polen (9.810 aanvragen) verzetten zich momenteel tegen een hervorming van het Europese asiel- en migratiebeleid, dat moet zorgen voor meer solidariteit tussen de lidstaten bij de opvang van asielzoekers en een snellere grensprocedure bij aanvragen van mensen uit landen die weinig kans op bescherming maken.
De Europese landen namen vorig jaar zo’n 646.000 beslissingen in eerste aanleg, het hoogste aantal sinds 2017. Die leidden ook tot de hoogste erkenningsgraad in zes jaar. Ongeveer twee op vijf aanvragen (39 procent) waren succesvol. Vooral Syriërs (93 procent), Oekraïners (86 procent) en Eritreeërs (84 procent) maakten de meeste kans op bescherming. Ondanks de toename van het aantal beslissingen blijft het aantal hangende dossiers wel stijgen, tot 899.000 vorig jaar.
Ook het aantal aanvragen van onbegeleide minderjarigen (42.000) steeg opnieuw tot het niveau van 2016.
04/07/2023
Handel in losse haaienvinnen moet stoppen, vindt Europese Commissie
Brussel – De illegale handel in afgesneden haaienvinnen moet stoppen. Dat vonden eerst de meer dan 1 miljoen ondertekenaars van een Europees burgerinitiatief, en nu wil ook de Europese Commissie actie ondernemen.
De internationale handel in losse haaienvinnen wordt mogelijk gemaakt door ‘finning’. Dat is een bijzonder wrede praktijk waarbij van gevangen haaien de vin wordt afgesneden, waarna het karkas opnieuw in zee wordt gegooid. Het dier bloedt dan dood op de zeebodem of sterft door verstikking. Haaienvinnen zijn vooral in Oost- en Zuidoost-Azië populair, om er haaienvinnensoep van te maken of om ze te gebruiken in de geneeskunde.
Voor die markt worden ook in Europa elk jaar miljoenen haaien gevangen. Spanje is een van de belangrijkste exporteurs. Om ‘finning’ tegen te gaan, bestaat reeds een Europese verordening die de praktijk verbiedt, maar volgens de initiatiefnemers van het burgerinitiatief ‘Stop finning – Stop the trade’ is het onmogelijk te controleren of uitgevoerde vinnen na de vangst aan land werden afgesneden, of toch op het dek van de vissersboot werden verwijderd. Er wordt namelijk te weinig gecontroleerd of vissers de haaien die ze vangen effectief aan land brengen.
De Commissie heeft het burgerinitiatief begin dit jaar ontvankelijk verklaard, en wil er nu gevolg aan geven. Zonder concrete beloftes te doen, zegt ze woensdag dat ze de mogelijkheid wil onderzoeken om nieuwe wetgeving voor te stellen die een einde moet maken aan de handel in losse haaienvinnen. Ze zal daaromtrent een effectbeoordeling uitvoeren en wil ook de handel in haaienproducten beter in kaart brengen.
De Commissie benadrukt dat haaien een cruciale rol spelen bij het in stand houden van het evenwicht in mariene ecosystemen. Veel haaienpopulaties bevinden zich in een kritieke situatie: maar liefst een derde van alle haaiensoorten wordt met uitsterven bedreigd. ‘Finning’ is dan ook een van hun grootste bedreigingen.
05/07/2023