De motie van wantrouwen was een initiatief van het uiterst rechtse Roemeense Europarlementslid Gheorghe Piperea (ECR). De tekst eiste het ontslag van Von der Leyen en haar Commissie vanwege een gebrek aan transparantie en wanbeheer, in het bijzonder tijdens de coronapandemie.
Tijdens het debat over de motie reageerde Von der Leyen maandagavond scherp op de beschuldigingen, die ze bestempelde als leugens van “complotdenkers” en “vrienden van Poetin” om de EU te verzwakken.
Om de motie goed te keuren was een dubbele meerderheid nodig – een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen en een meerderheid van de leden van het Parlement (361 stemmen). Het was al op voorhand duidelijk dat die kaap niet gerond zou worden, aangezien de sociaaldemocraten, liberalen en groenen al hadden aangegeven de motie niet te steunen.
De drie politieke families, die de herbenoeming van Von der Leyen een jaar eerder hadden gesteund, ventileerden tijdens het debat wel forse kritiek op de Duitse en de wijze waarop ze omgaat met het Parlement. Ook de parlementaire fractie van haar Europese Volkspartij kreeg ervan langs omdat die steeds vaker in zee gaat met uiterst rechts.
Uiteindelijk stemde één liberaal parlementslid en één socialistisch parlementslid voor de motie. Twee EVP-ers onthielden zich, net als vijf liberalen, drie socialisten en één lid van de groene fractie. Bij de Belgen stemde de uiterst linkse Rudi Kennes voor de motie, net als de drie parlementsleden van het uiterst rechtse Vlaams Belang. De leden van regeringspartij N-VA, die in Straatsburg in de ECR-fractie zetelt, stemden tegen.
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.