In de nacht van woensdag op donderdag bereikten de EU-landen en akkoord met het Europees Parlement om de meer dan 20 jaar oude EU-wetgeving over geneesmiddelen op te schonen.
Daarmee heeft Denemarken een van de meest gevoelige taken opgelost tijdens het Deense EU-voorzitterschap, dat loopt tot 1 januari.
Hier heeft Denemarken, met een sterke farmaceutische industrie aangevoerd door Novo Nordisk, andere belangen gehad dan een reeks EU-landen in Zuid- en Oost-Europa, die in de eerste plaats goedkopere medicijnen voor de burgers hebben gewenst.
Minister van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid Sophie Løhde (V) meent dat het is gelukt om een akkoord te sluiten dat “ten goede zal komen aan miljoenen Europeanen en Europa’s vermogen om de geneesmiddelen van de toekomst te ontwikkelen, versterkt”.
– Met de overeenkomst van vandaag zetten we een nieuwe koers uit voor het Europese gezondheidsbeleid, waarbij we zorgen voor snellere toegang tot behandeling, minder bureaucratie en sterkere kaders voor een concurrerende life science-industrie in Europa, zegt Sophie Løhde in een schriftelijke reactie.
Dansk Industri (DI) vindt dat de overeenkomst beter is dan gevreesd, maar nog steeds een stap in de verkeerde richting is vanuit het perspectief van de industrie.
De centrale vraag in de onderhandelingen is geweest hoe lang de totale gegevens- en marktbescherming voor nieuwe geneesmiddelen moet zijn.
In de VS is de periode 12 jaar.
Dat wil zeggen dat farmaceutische bedrijven 12 jaar de tijd hebben om geld te verdienen aan nieuw ontwikkelde producten zonder concurrentie van kopieën.
Dat is goed voor de bedrijven, maar kan duur zijn voor de consumenten.
Daarom hebben een aantal EU-landen zonder grote farmaceutische bedrijven gewenst de periode te verkorten om sneller toegang te krijgen tot goedkope medicijnen.
De beschermingsperiode in de EU bedraagt vandaag in totaal tien jaar wanneer een farmaceutisch bedrijf een nieuw geneesmiddel op de markt brengt.
Dat wil zeggen twee jaar korter dan in de VS.
De Europese Commissie stelde in 2023 in haar voorstel voor de nu bereikte overeenkomst voor om de periode met twee jaar te verlagen.
Wel met de mogelijkheid om de periode opnieuw met twee jaar te verlengen als het nieuwe geneesmiddel in alle EU-lidstaten op de markt werd gebracht.
Zo ver gaat de nieuwe overeenkomst echter niet.
De EU-landen en het Europees Parlement zijn uitgekomen op een vermindering van de totale gegevens- en marktbeschermingsperiode van tien naar negen jaar.
Wel met de mogelijkheid voor een extra jaar marktbescherming voor “innovatieve” geneesmiddelen die aan een reeks criteria voldoen.
Algemeen directeur van DI Lars Sandahl Sørensen benadrukt dat het “van cruciaal belang is voor de toekomst van Europa dat de farmaceutische industrie op Europese bodem blijft”.
– Daarom hadden we ook gehoopt op een overeenkomst die de huidige randvoorwaarden zou versterken. Maar we erkennen ten volle de inspanningen van de Deense regering tijdens de onderhandelingen, zegt hij in een persbericht.
Hij voegt eraan toe dat het met de overeenkomst is gelukt om te “voorkomen dat de voorwaarden voor de Europese life science-industrie worden kapotgemaakt”.
Maar hij ziet die als een stap in de verkeerde richting in vergelijking met de voorwaarden die de VS de industrie biedt.
Life science omvat voornamelijk het farmaceutische, biotechnologische en medische gebied.
Nu de politieke overeenkomst is bereikt, moet het geneesmiddelenpakket nu formeel worden aangenomen aan het begin van het nieuwe jaar.
Daarna kunnen de lidstaten beginnen met de implementatie.
go to the original language article
