Cuerpo zegt dat Spanje een kandidaat zal voordragen voor de top van de ECB maar onthult niet wie dat zal zijn

Brussel – De minister van Economie, Handel en Bedrijf, Carlos Cuerpo, heeft deze donderdag verklaard dat Spanje zich kandidaat zal stellen voor een zetel in het directiecomité van de Europese Centrale Bank (ECB) om zijn aanwezigheid te behouden na het vertrek van Luis de Guindos als vicevoorzitter, al heeft hij vermeden te verduidelijken voor welke van de vier functies waarover in de komende twee jaar zal worden beslist het zich zal kandideren, en evenmin heeft hij gezegd of de regering al een naam of het profiel van de persoon in gedachten heeft met wie zij een zetel wil bemachtigen.

“Spanje heeft hier een heel duidelijke boodschap en die is dat het in dat directiecomité wil blijven, het wil ook binnen de Europese Centrale Bank een vooraanstaande rol blijven spelen”, heeft hij verklaard in een reactie tegenover de pers in Brussel, voorafgaand aan een vergadering van de ministers van Financiën van de eurozone, waarin juist de Griek Kyriakos Pierrakakis is gekozen als nieuwe voorzitter van de Eurogroep.

Zo heeft de Spaanse minister erop aangedrongen dat de “strategie” van Spanje erin bestaat tegenover zijn gesprekspartners te verdedigen dat Spanje “een vooraanstaande rol moet spelen in de instellingen”, inclusief de ECB, niet alleen vanwege de fase waarin de economie van het land zich bevindt, maar ook vanwege het “gewicht dat het heeft als aandeelhouder” binnen de uitgevende instelling.

Hij heeft ook het “belang” benadrukt van de aanwezigheid van Spanje in “elk evenwichtsspel”. “We zullen, u zult het zien, een kandidatuur indienen”, zo besloot hij, om daarna eraan toe te voegen dat het een “krachtige, bekwame” kandidatuur zal zijn die garandeert dat Spanje zijn aanwezigheid behoudt.

Gevraagd of de regering al een kandidaat heeft gekozen en of zij zou kunnen mikken op de opvolging van Christine Lagarde aan het hoofd van de ECB met een kandidaat als de voormalige gouverneur van de Banco de España, Pablo Hernández de Cos, vond de minister dat “het niet het moment is om over namen te spreken” en hij vermeed te verduidelijken naar welke zetel Spanje streeft.

Hoe dan ook, hij wilde duidelijk maken dat zijn mening over Hernández de Cos “niet beter kan zijn” vanwege diens ervaring en “uitstekende” reputatie, terwijl hij benadrukte dat Spanje “kweekvijver is van enorme kandidaten” voor “grote functies”. (11 december)