Have the article read by OpenAI (Beta). Please note that AI translations may take some time to process.Als onderdeel van haar bewapeningsplan Rearm Europe stelt de Europese Commissie voor om 150 miljard euro te lenen op de financiële markten om de lidstaten te helpen om hun defensiebudgetten op te krikken. Met de Europese begroting als garantie kan ze gunstige kredieten op lange termijn bekomen, maar het zijn uiteindelijk wel de lidstaten die de leningen moeten terugbetalen.
“Voor landen met slechte rating kan het interessant zijn om een lening te nemen, maar het is niet meer dan dat”, observeerde De Wever. “Is dat interessant voor ons? Ik weet het niet. We moeten nog beslissingen nemen, maar mijn eerste indruk is eerder neen, dat het niet interessant is voor België om leningen te nemen.”
De Wever gaf als persoonlijke bedenking mee dat het Europese coronaherstelfonds uit 2020 heeft aangetoond “hoe men vooral niet met geld moet omgaan”. De Europese leiders besloten toen eveneens op Europees niveau geld te lenen en dat deels als subsidies door te storten aan de lidstaten, maar vijf jaar later is er nog steeds geen akkoord over nieuwe Europese inkomsten om die leningen terug te betalen.
“Als dat akkoord er niet is, dan betekent het dat er schulden op Europees niveau gaan overblijven die zullen gefinancierd moeten worden met schulden. Dan begint Europa heel sterk op ons land te lijken en ik weet niet of de Europeanen daarop zitten te wachten. Het dreigt ook centrifugale krachten los te maken”, aldus de premier.
Rearm Europe biedt ook flexibelere begrotingsregels. Voorzitter Ursula von der Leyen raamt dat dit tot 650 miljard euro aan bijkomende nationale defensie-uitgaven kan mobiliseren. De Wever merkte op dat ook dit voorstel niet neerkomt op “gratis geld”. “Het is een uitnodiging aan de lidstaten om meer te spenderen, maar ook niet meer dan dat”, zei hij. “Voor landen met een groot tekort zoals het onze blijft een euro een euro. Het is niet omdat Europa soepel is dat het tekort niet zou bestaan”.
De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.