Have the article read by OpenAI (Beta). Please note that AI translations may take some time to process.

De wetgeving uit 2000 moest ervoor zorgen dat alle oppervlaktewateren (meren, rivieren,…) en grondwateren tegen 2027 in goede kwaliteit zouden verkeren, maar die doelstelling lijkt nog ver weg. Zo had in 2021 slechts 39,5 procent van de oppervlaktewateren in de Europese Unie een goede ecologische status, en amper 26,8 procent een goede chemische status. 

België scoort nog slechter. In ons land had slechts 27,4 procent van het oppervlaktewater een goede ecologische status. Dat is wel een lichte verbetering in vergelijking met de vorige meting in 2015  (26,2 pct), maar de uitstoot van nitraten en pesticiden door de landbouw en de bevolkingsdichtheid blijven een grote bekommernis. Ook verkeerden alle oppervlaktewateren in een slechte chemische toestand, voornamelijk te wijten aan kwik, PFAS en metalen zoals lood en cadmium. 

De Commissie vreest ook dat bijna de helft van de grondwateren in 2027 geen goede kwantitatieve status zal halen vanwege de toenemende extractie. De chemische toestand van het grondwater verbeterde licht in vergelijking met de meting in 2015, maar nog steeds heeft bijna de helft van de grondwateren een slechte status. 

Een toets van de richtlijn over overstromingsrisico’s leerde de Commissie bovendien dat er aanzienlijke risico’s zijn in alle gewesten. De uitvoering van op vlak van preventie, paraatheid en bescherming is echter ongelijk en wordt gehinderd door problemen met financiering en coördinatie, aldus de Commissie.  

“België moet de waterkwaliteit verbeteren, de chemische vervuiling aanpakken, zijn overstromingsbeheerdoelstellingen en overstromingsrisicokaarten verbeteren en investeren in duidelijke klimaatadaptieve oplossingen”, maant Eurocommissaris voor Milieu Jessika Roswall aan.

De redactionele verantwoordelijkheid van deze publicatie ligt bij Belga.