it flag go to the original language article
This article has been translated by Artificial Intelligence (AI). The news agency is not responsible for the content of the translated article. The original was published by ANSA.

Brussel (ANSA) – De uitgestoken hand van Ursula von der Leyen zelf was niet genoeg om de gemoederen te bedaren van degenen die de komende meerjarige begroting van de EU als een bedreiging voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zien. Het is een front van minstens zeven EU-landen, geleid door Italië, dat in Brussel de tegenstand tegen het idee om landbouw- en cohesiefondsen te verenigen in één ‘nationale kas’ in de toekomstige Europese begroting heeft herbevestigd.

In plaats daarvan wordt er “een grondige herziening” van de financiële architectuur van de komende zeven jaar (2028-2034) gevraagd. “We hebben de substantiële steun gekregen van een brede meerderheid van collega’s, die onze visie en ons voorstel hebben gewaardeerd,” heeft de minister van Landbouw, Francesco Lollobrigida, geclaimd, die samen met zijn collega’s uit Bulgarije, Tsjechië, Hongarije, Polen, Portugal en Slowakije een informele discussie over het onderwerp heeft gepromoot tijdens de EU Agrifish Raad.

Door de “concrete risico’s” van een “hernationalisering van het GLB” te benadrukken, hebben de zeven hoofdsteden zorgen geuit over “verdere complicaties” die zouden kunnen voortvloeien uit de nieuwe begrotingsstructuur. Van Parijs tot Berlijn, via Madrid en Wenen: verschillende delegaties hebben in de ochtend het woord gevoerd en benadrukt dat ze de ‘gemeenschappelijke’ aard van het Europese landbouwbeleid willen behouden.

“We zullen waken tegen elk risico van hernationalisering” van het GLB, heeft de Franse Annie Genevard verzekerd. Een gespannen discussie die slechts een week na de poging van Ursula von der Leyen komt om de breuken met het Europees Parlement en de lidstaten te herstellen door beperkte wijzigingen aan de begrotingsvoorstel voor te stellen.

Onder deze wijzigingen is het idee om een ‘plattelandsdoel’ op te nemen – dat wil zeggen een minimumpercentage van 10% van de fondsen die bestemd zijn voor maatregelen voor plattelandsgebieden – evenals de versterking van de juridische onafhankelijkheid van het toekomstige GLB ten opzichte van andere programma’s (17 november).