Bratislava/Brussel – Slowakije wil een actieve partner van Brussel zijn, maar moet tegelijkertijd ook zijn belangen beschermen. Dit benadrukte de voorzitter van het Bureau voor Regulering van Netwerksectoren (ÚRSO) Jozef Holjenčík, die op woensdag (5 november) in de Europese Commissie over belangrijke energiethema’s sprak met Lukasz Kolinski (DG ENER) en Anna Vezyroglou (DG ENEST). Radoslav Igaz, woordvoerder van ÚRSO, informeerde hierover, meldt TASR.
„Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk benadrukt dat Slowakije een actieve partner van Brussel wil zijn in de transformatie, maar tegelijkertijd moeten we onze industriële stabiliteit beschermen,“ verduidelijkte Jozef Holjenčík. Het overleg met Lukasz Kolinski, directeur voor groene transformatie en integratie van energiesystemen, was gericht op drie gebieden: ondersteuning van energie-intensieve bedrijven, de toekomst van de gassector en de integratie van hernieuwbare energiebronnen (Hernieuwbare Energiebronnen).
De focus van de Slowaakse energiemix ligt primair op kernenergie
Holjenčík benadrukte dat de EU rekening moet houden met het feit dat de focus van de Slowaakse energiemix primair op kernenergie ligt (ongeveer 65% van de elektriciteitsproductie) en dat deze bron ook zijn bijdrage aan de koolstofarme energieproductie moet worden erkend. Hij voegde eraan toe dat in de nabije toekomst de aansluiting van een andere kernreactor in Mochovce gepland is, wat de koolstofarme energiemix van Slowakije verder positief zal versterken.
De voorzitter van ÚRSO uitte zijn onbegrip over de negatieve houding van de Europese Commissie (EC) ten opzichte van de geplande pomppowerplant Ipeľ met een vermogen van 500 megawatt, die zou kunnen dienen als stabilisator voor de onbetrouwbare en variabele productie van hernieuwbare energiebronnen, niet alleen in Slowakije, maar in heel Midden- en Oost-Europa.
Wat betreft de ondersteuning van de industrie werd tijdens de bijeenkomst gesproken over de vorm van ondersteuning voor energie-intensieve bedrijven, die in Frankrijk bestaat en die ook een inspiratie voor Slowakije zou kunnen zijn. „Het Franse ondersteuningsmodel is goedgekeurd door Brussel. Ik vraag me dus af of Slowakije ook een soortgelijk voordelig model zou kunnen aannemen, rekening houdend met het hoge potentieel van kernenergie in de energiemixen van deze landen,“ zei de voorzitter van ÚRSO.
Op het gebied van gas wees Holjenčík op de afhankelijkheid van de Slowaakse industrie en de noodzaak van diversificatie van de leveringen, aangezien 58% van de Slowaakse industrie afhankelijk is van gas en elke drastische beperking een verwoestend effect op de industrie zou kunnen hebben. Hij vroeg Kolinski daarom om de posities en plannen van de EC op dit gebied te verduidelijken.
De voorzitter van ÚRSO informeerde ook over de aanstaande veranderingen van de Slowaakse regulator op het gebied van energiearmoede en tariefstructuren in Slowakije.
Tijdens de vergadering met Anna Vezyroglou, directeur van de afdeling voor institutionele opbouw, TAIEX en Twinning, (DG ENEST), presenteerde Holjenčík de tot nu toe succesvolle twinningprojecten van ÚRSO in Servië, Azerbeidzjan, Palestina, Oekraïne en Malawi en verklaarde hij de interesse van de Slowaakse regulator in samenwerking met landen in Centraal-Azië. (6 november)
go to the original language article
