Brussel – De toekomstige Europese regelgeving over elektrische auto’s in bedrijfswagenparken zou Spanje kunnen omvormen tot het derde land dat het meest profiteert van de clausule “Fabricado en la UE” waarvan wordt verwacht dat deze in de nieuwe wetgeving wordt opgenomen om de verkoop van emissievrije voertuigen te stimuleren, volgens een analyse van de NGO Transporte y Medioambiente (T&E, naar zijn initialen in het Engels).
De markt voor bedrijfsauto’s vertegenwoordigt ongeveer 60 % van de verkoop van nieuwe personenauto’s in de EU en de Europese Commissie werkt aan een voorstel, dat naar verwachting aanstaande woensdag zal worden gepresenteerd, om quota voor elektrische voertuigen in bedrijfswagenparken vast te stellen om de penetratie van emissievrije voertuigen te bevorderen.
“Een van de opties die op tafel ligt, is dat de nieuwe percentages voor minimale elektrificatie worden gekoppeld aan ‘Made in EU’-vereisten (gemaakt in de Europese Unie)”, verklaarde een woordvoerder van Transporte y Medioambiente aan EFE, die eraan herinnerde dat “España en Francia vorige maand een gezamenlijke positie presenteerden waarin zij dit soort vereisten als noodzakelijk stelden bij de herziening van de Europese wetgeving”.
Volgens die NGO zou het opnemen in de wet van een doelstelling dat bedrijven met meer dan 250 werknemers in 2030 75 % van hun nieuwe aankopen elektrificeren, in combinatie met de eis dat ten minste 90 % van die voertuigen in de EU wordt geproduceerd, een extra vraag van 1,2 miljoen Europese elektrische auto’s tussen 2027 en 2030 genereren.
Voor España zou de impact, altijd volgens dat platform, bijzonder relevant zijn, aangezien 74 % van de in het land geproduceerde elektrische voertuigen wordt verkocht aan Europese bedrijfswagenparken.
De Spaanse industrie brengt op de Europese bedrijfsmarkt elektrische modellen op de markt die worden geproduceerd in fabrieken zoals Stellantis Vigo (bestelwagens ë-Berlingo, e-Partner, Combo-e en ProAce City Electric) en Stellantis Zaragoza (waar de Corsa-e wordt geassembleerd) en, vanaf 2026, zullen de elektrische modellen worden toegevoegd die Volkswagen en SEAT van plan zijn te produceren in Martorell en Navarra, zoals de ID.2 en de toekomstige Cupra Raval.
Dit betekent dat de Spaanse auto-industrie zich zou positioneren als de derde die het meest in lijn is met dit kanaal van zakelijke verkoop dat de toekomstige voorstel van de Europese Commissie wil versterken, alleen achter Austria (80 %) en België (75 %).
Als de EU eisen voor lokale inhoud invoert, zou España een van de belangrijkste ontvangers worden van de verwachte vraagtoename, met een direct effect op de productie en de werkgelegenheid in de nationale fabrieken, aldus T&E.
De studie benadrukt bovendien dat, hoewel de meeste staten ruimere fiscale stimulansen bieden aan bedrijven dan aan particulieren – in 23 van de 27 landen, met voorbeelden tot 14.000 euro per auto in Duitsland -, slechts drie lidstaten (België, Luxemburg en Países Bajos) vandaag een duidelijk leiderschap van de bedrijfsmarkt in elektrificatie laten zien.
España blijft, samen met Francia, Duitsland en Italia, achter, wat de noodzaak van een bindend Europees kader versterkt, aldus T&E, dat eraan herinnert dat España, Francia, Suecia, Países Bajos, Irlanda en Luxemburgo een brief hebben gestuurd aan de Europese Commissie met het verzoek de presentatie van het voorstel niet uit te stellen.
De ondertekenaars ondersteunden hun verzoek met de voordelen voor het Europese concurrentievermogen die dit zou opleveren en met hoe positief het zou zijn voor de tweedehandsmarkt.
Aangezien bedrijfsvoertuigen minder lang worden gebruikt dan particuliere, zouden tot 7 miljoen elektrische voertuigen in 2035 de tweedehandsmarkt kunnen bereiken dankzij deze wet, volgens de schattingen van T&E. (5 december)
go to the original language article
